donderdag 20 december 2007

Mensen die wij ontmoet hebben

Namens de(ex)bezoekgroep UZC Zestienhoven schrijft Dija Blacquière:

Graag willen wij uw aandacht vragen voor de volgende mensen. Mensen die een kaartje in deze donkere dagen goed kunnen gebruiken. We geven wat informatie zodat u daar misschien iets aan heeft om uw boodschap persoonlijker te maken. Wilt u wat meer van deze of gene weten dan kunt u bellen met onderstaande contactpersoon. Behalve Mohammed hebben wij deze mensen ontmoet toen zij gevangen zaten in het uitzetcentrum Zestienhoven.

Ikram Ouardi
detentienummer 4801253
p/a detentiecentrum Zeist, gebouw 4
Richelleweg 13
3769 AZ Soesterberg
Van oorsprong Marokkaanse vrouw 23 jaar. Primair reagerende moderne vrouw wat haar regelmatig in de problemen brengt omdat o.a. haar kritische houding niet geaccepteerd wordt. Ouders, broers en zussen hebben de Nederlandse nationaliteit. Om de een of andere bij ons onbekende reden, Ikram niet. In Marokko is zij mishandeld ze wil dus niet terug ook niet omdat het hele gezin in Nederland blijft. Zij zit al meer dan een jaar vast! Haar advocaat had beloofd dat ze na een jaar vrij zou komen dat was op 10 november en het is niet bewaarheid. Ikram ziet het niet meer zitten, in het verleden hebben briefjes en kaartjes van ons haar altijd heel goed gedaan.

Gennadi Kouzmitchov
p/a Erasmus Medisch Centrum
afd. H midden k. 952
’s Gravendijkwal 230
3015 CE Rotterdam
Van oorsprong Russische man uit de ‘provincie’ Oezbekistan. Hij is 39 jaar. Zowel Oezbekistan als Rusland willen hem geen paspoort geven, hij kan dus niet terug. Lichamelijk was hij er al slecht aan toe toen hij kortgeleden door een val een gecompliceerde breuk opliep. Hij is geopereerd in het Erasmus MC. Hierna kreeg hij een infectie aan het been waardoor hij langer moet blijven. Nu heeft de arts geconstateerd dat de wond onvoldoende herstelt en staat hij op een wachtlijst voor huidtransplantatie. Hij was met de Kerst uitgenodigd bij goede vrienden en hoopt dat hij dan uit het ziekenhuis is omdat hij heel graag weer eens Kerst wil vieren in huiselijke kring.

Mohammed Abdullah
AZC Oude Pekela
Hooiweg 1
9665 TZ
Oude Pekela
21 jarige jongeman uit Afghanistan. Bekend van ongeluk met DJI busje. Leek eerst een dwarslaesie te hebben, dat viel gelukkig mee. Hij loopt weer op krukken en is nu in een AZC geplaatst. Binnenkort krijgt hij te horen of hij een verblijfsvergunning krijgt. Hij is op dit moment somber. Kort na het ongeluk is hij overstroomd met kaarten waarover hij verbaasd was maar wat hij ook heel leuk vond. Het lijkt erop dat hij nu wel weer wat aandacht kan gebruiken.

Hartelijk dank voor uw aandacht en het staat u natuurlijk vrij om deze namen en adressen ook door te geven aan andere belangstellenden, graag zelfs!

Goede dagen en voor het nieuwe jaar alle goeds toegewenst,

Namens de(ex) bezoekgroep UZC Zestienhoven

Dija Blacquière

zaterdag 15 december 2007

DE GEVANGENEN VERLOSSEN


Ik ga elke dag naar hem toe.
Hij is mijn kind.
Ik heb hem gebaard, gevoed, gekoesterd.
Ik leerde hem leven.
Nu zie ik hem elke dag in een gevangenisplunje,
elke dag, dat ene moment
dat ik heb een beetje moed mag inspreken.

Elke dag neem ik de trein,
drie kwartier heen, drie kwartier terug.
Dan denk ik alleen aan hem,
aan zijn doffe blik en zijn schaarse glimlach.
Hij is mijn kind, nu meer dan ooit.

Zij breekt geen tralies af.
Zij geeft hem geen vijl
en toch bevrijdt zij hem, van binnenuit.
De dikste tralies zijn in ons hart gemetseld.
De verstikkende cel? Het zijn gedachten!
Hij schopt op de muren van zijn verleden.

Elke dag komt zijn moeder.
Elke dag worden zijn tralies minder zwart.
Zij is mijn moeder
en zij is dat nu meer dan ooit.

Gevangenen verlossen
is een proces van elke dag,
een proces in elk van ons.
We zitten allen gevangen
tussen de besloten muren
van onze beperkte mogelijkheden.
Wij schoppen tegen de muren
van onze verkeerde beslissingen.
Wij rukken aan de tralies
van onze eigen bekrompen zelfzucht.

Elkaar ontmoeten is reeds bevrijding.
In mekaars ogen kijken?
Louterend!
Naar mekaar glimlachen?
Hoopgevend!
We hoeven nog niets te zeggen.
Alleen maar naar mekaar willen toegaan,
drie kwartier heen,
drie kwartier terug,
elke dag.

Manu Verhulst
Uit:
“De zeven werken van barmhartigheid en het religieus geïnspireerde humanisme van Pat De Vylder” (Boek, uitg. Halewijn).

Wake bij de detentieboot, 16 december 2007

Zondag 16 december is het weer de maandelijkse wake, bij de detentieboot, Merwehaven. Deze wake is een belangrijk signaal voor opgesloten mensen aan boord. Het biedt enig tegenwicht voor het gevoel van de mensen binnen: ach, buiten geeft toch niemand om ons. De wake is voor hen een moment van bemoediging. En voor ons als wakers een klein gebaar dat uitdrukking geeft aan het besef: zoals we hier in ons land omgaan met mensen die niets verkeerds hebben gedaan, ze hebben in ons land hun toevlucht gezocht maar niet worden erkend – dit deugt niet!

We zijn blij met de behoorlijk grote kern van wakers die er steevast is. Eerlijk gezegd zou ik wel eens willen zien dat we in deze maand, nu we de menselijkheid van God vieren – God die naar ons mensen omziet en in de persoon van Jezus deelt in het lot van mensen – veel massaler daar naar toe kwamen. Ik weet zeker: latere generaties zullen verbaasd opkijken: waarom hebben de mensen van toen die situatie zomaar laten gebeuren, hoe was het in godsnaam mogelijk er aan voorbij te leven dat mensen zonder enig recht of perspectief en in heel miserabele omstandigheden achter slot en grendel worden gezet? Waarom laten we dit niet tot ons doordringen, waarom verheffen we onze stem er niet tegen?

Het doet mij denken aan de collectieve blindheid die we in ons land hadden in de jaren “30 toen Joden uit Duitsland maar mondjesmaat werden toegelaten maar in overgrote meerderheid werden teruggestuurd naar Duitsland. Achteraf beseffen wat dit betekende – achteraf! In de advent luisteren we naar ‘een stem van de profeet’. Wel – voor mij is helder dat profeten hun stem hiertegen zouden verheffen! Het mag in bepaald opzicht een verbetering heten wanneer over enige (?) tijd illegale mensen niet langer op de detentieboot worden opgehokt, maar worden vastgezet in een beter geoutilleerde gevangenis in Alphen aan de Rijn. Maar dan nog – het systeem verandert niet. Terwijl uit onderzoek bekend is dat landen met een positievere houding jegens illegalen veel hoger scoren met mensen weer (waardig!) terug laten gaan naar hun land van herkomst. De aanpak in ons land is dus in dat opzicht alleen al niet effectief en de negatieve teneur schept een slecht klimaat. Zoals we zeggen in de maandelijkse brief: dat tast de ziel van onze samenleving aan!

We zullen het helaas moeten stellen zonder een van onze meest betrokken wakers, mevr. Maria Snoek. Ondanks haar hoge leeftijd en handicap kwam ze bijna elke keer en ze was duidelijk in wat haar bewoog. Helaas is ze na afloop van de novemberwake gevallen waarbij ze drie ribben heeft gebroken. Wat een schrik! Ze ligt nu in het ziekenhuis en zal aansluitend voor tijdelijk wel naar DrieMaasStede moeten gaan. Maria – we zullen je voortaan missen bij de wake. Maar wij zullen het niet kunnen laten – mede dank zij jou!

Tot ziens bij de detentieboot op zondag 16 december!

Willem van Wieren

De omgang met vreemdelingen

Ondanks berichten over versoepeling gaat de overheid - de IND - door met een behandeling van vreemdelingen die we voor 'eigen mensen' niet zouden dulden.

Rechtsongelijkheid is de basis van ons vreemdelingenbeleid. Een Europese traditie vrezen we: eigen volk superieur, de ander een bedreiging voor onze welvaart.
Toch dreigt Europa met een verdere verharding van het vreemdelingenbeleid. Er wordt een voorstel tot detentie en deportatie gedaan aan het Europees Parlement:
- 18 maanden detentie kan zomaar zonder een strafbaar feit te hebben gepleegd.
- Éénmaal geprobeerd asiel te verkrijgen en te zijn verwijderd, dan ben je voor 5 jaar niet meer welkom in welk EG-land dan ook.

Rechtsongelijkheid gebaseerd over opvattingen over 'ons' en 'de ander' die in flagrante strijd is met Christelijke en humanistische uitgangspunten. Daarom nodigen we je uit om een petitie te ondertekenen tegen de trend om de vreemdeling in de context van het vreemdelingenbeleid tot Untermensch te declasseren. Dat kan via deze link: http://www.outrageousdirective.org/ (zie ook de link-lijst).Je moet een paar keer doorklikken op: as a privat.

Willem van Wieren en Frans de Jong


Hieronder de brief uit Drachten.


Drachten, 12 december 2007,

Beste hulpverleners van vluchtelingen.

Met verbazing heb ik in het Vlugschrift Vluchtelingen 2007 gelezen dat er momenteel bekend is dat van 2700 vreemdelingen bekend is dat ze buiten de pardonregeling zullen vallen wegens een crimineel verleden.
Nog meer verbaasd ben ik over het feit dat nu al bekend is dat 1800 van hen Nederland moeten verlaten en kunnen worden uitgezet.

Een vreemdeling wordt namelijk in Nederland crimineel en in vreemdelingenbewaring gesteld als een hulpofficier van Justitie een standaardformulier invult waarop staat dat betrokkene
- aangehouden wordt (bijv. een controle op fietsverlichting) en niet beschikt over een identiteitspapier bedoeld in art. 4.21 van het vreemdelingenbesluit 2000
- zich niet gehouden heeft aan zijn vertrektermijn
- geen vaste woon-of verblijfplaats heeft
- “verdacht”wordt van een misdrijf
- onvoldoende middelen van bestaan heeft.

Het huidige terugkeerbeleid is zo streng dat niet alleen zogenaamde criminelen uitgezet worden naar landen waar fundamentalisten het voor het zeggen hebben, maar ook de volgende vluchtelingen uit de regio Drachten.

Als hulpverlener van deze uitgeprocedeerden, hoop ik dat er spoedig een parlementair onderzoek komt naar het functioneren van de IND.
N.B. Wanneer rechters voor de betreffende vluchteling een positief oordeel uitspreken, tekent de IND herhaalde malen, met succes beroep aan .

Door ambtsberichten die niet zorgvuldig zijn opgesteld als gevolg van onvolledige en onjuiste informatie, lijkt het wel of landen veilig zijn, maar ze zijn onveilig. Officiele instanties zoals Amnesty International hebben de politiek meerdere malen op deze tekortkoming in de Ambtsberichten, geattendeerd.

Ook worden beslissingen om iemand terug te sturen, genomen naar aanleiding van omstreden taalanalyses ( zie programma Argos van dd 1 april 2005 waarin 45 onafhankelijke taalwetenschappers vraagtekens zetten bij de gehanteerde methodes van het bureau, ondersteund door 3 wetenschappelijk geschoolde linguosten) of omstreden sleutelbeenonderzoeken. In bijgaande lijst worden zeven categorien vluchtelingen genoemd die, als het huidige beleid niet verandert, uitgezet zullen worden. Veler levens zullen daardoor groot gevaar lopen.

Drie maanden geleden heeft een vier en dertigjarige uitgeprocedeerde, zichzelf in Sint Annaparochie in brand gestoken. In het bijzijn van kleine “vluchtelingenkinderen”.
Op 6 december jl heeft een vier en twintigjarige ex-Ama uit Burundi, in het gemeentehuis in Haren, hetzelfde gedaan.

Dit kunnen wij toch niet toelaten? Kunnen we niet gezamenlijk in actie komen?
Wat in Drachten gebeurt, is nog maar een topje van de ijsberg van heel Nederland.
Wie heeft een idee? Hoe doen we dit?
Graag een snelle reactie naar ondergetekende, voordat het voor veel uitgeprocedeerde vluchtelingen te laat is!



Met een vriendelijke groet,


Siepy Zijlstra- de Roos.
Bruins Slotstraat 53
9203 RZ Drachten. tel. 06- 55 86 30 67/// 0512- 51 43 17.

donderdag 6 december 2007

De banaliteit van het goede bestuur

Op het gemeentehuis van het Groningse Haren heeft een onbekende man zich vanochtend in brand gestoken. Het gaat om een asielzoeker.
Personeel kon de man direct na zijn daad onder de douche zetten. Vervolgens is hij zwaargewond afgevoerd naar het ziekenhuis. Hij verkeert in levensgevaar - aldus het Journaal, dat vervolgens uitgebreid ingaat op de hulp aan de slachoffers: de toeschouwers die moesten zien hoe iemand zich in brand stak. Ons wordt verzekerd dat slachtofferhulp is ingeschakeld voor de omstanders. Niemand zal verwijten kunnen maken aan de gezagsdragers dat ze hun plicht hebben verzaakt.

zaterdag 1 december 2007

Verbeelding van barmhartigheid

Vanmiddag heeft Lizzy Verboon, diaken in de Grote Kerk bij De Ark de kleurrijke verbeelding (in de vorm van een fakkel)van de 7 werken van barmhartigheid afgeleverd die bij de startdienst op 11 november in de Grote Kerk stond opgesteld.
Het is de bedoeling dat dit bord in De Ark staat zolang daar het project loopt (tot ca. eind januari). Daarna gaat het naar de Oud Kath. Kerk etc.
Om dat er al veel in het Liturgisch Centrum staat in Advent/Kerst (o.a. de projectverbeelding van de KND) hebben we het daar niet neergezet, maar voorin, op de begane grond, voor de pilaar bij de collectezakken. Goed zichtbaar. Mocht iemand van jullie een (nog!) betere plek weten, dan zien we dat morgen wel. Het is in ieder geval te mooi om dit niet ‘aan den volke’ te tonen. En bovendien: dit bord bepaalt ons er zichtbaar bij waar we mee bezig zijn. Nu nog wat meer draagvlak voor het project!

Groet

Willem van Wieren

donderdag 29 november 2007

Detentieboten dicht?

Hallo allemaal,

Vanavond ook gekeken naar Journaal?
Dan lijkt het meteen alsof de detentieboot binnen no time dichtgaat.
Zo is het nu ook weer niet. Hieronder de letterlijke tekst van Albayrak in haar rede bij de opening van het vreemdelingen-detentiecentrum in Alphen a.d Rijn
Voor zover het de boot betreft.
Ik schrijf dit o.a. ook meteen omdat er geen misverstand moet ontstaan i.v.m. de kerstattenties: die blijven vanuit Schiedam echt nog wel ter zake.
Dit jaar wordt de boot écht nog niet gesloten!

Groet

Willem van Wieren



Letterlijke tekst van betreffende gedeelte uit rede Albayrak:



Met dit detentiecentrum en de nieuwe platforms in Zaandam erbij hebben we nu voldoende structurele capaciteit om het schommelende aanbod van strafrechtelijke detentie en vreemdelingenbewaring op te vangen. Dat is een belangrijk resultaat. Wie herinnert zich nog de commotie eind jaren negentig toen gedetineerden werden heengezonden door plaatsgebrek? Die tijd ligt gelukkig achter ons. Dit is mede te danken aan de inspanningen van de directie Bijzondere Voorzieningen van DJI. Een dikke duim.

Verschillende landen om ons heen kampen nog wel met capaciteitstekorten. Zo heeft het Verenigd Koninkrijk ons onlangs benaderd om eventueel één of meer van onze detentieboten over te nemen. De gesprekken vinden nu nog plaats, maar het lijkt erop dat we de Engelsen de helpende hand kunnen bieden. Dit betreft in de eerste plaats de Reno, de kleine detentieboot in Rotterdam. Daarnaast gaan we onderzoeken of ook de tweede boot in Rotterdam waarvan de ligvergunning toch al medio 2009 afloopt, overgedragen kan worden. Dit wordt een grondig onderzoek naar de capacitaire, personele en financiële gevolgen van zo’n overdracht, bezien in het licht van de nieuwste meerjarige prognoses. We willen natuurlijk zuinig omgaan met de capaciteit die we in de afgelopen jaren met zoveel inspanning en zorgvuldigheid hebben opgebouwd. Overigens zal zo’n overdracht alleen mogelijk zijn met instemming van de eigenaar.

zaterdag 24 november 2007

Nieuwe vormen van barmhartigheid...


Anna Chojnacka schrijft:
Er wordt hard gewerkt aan de oprichting van een nieuwe vereniging; de 1procentclub.org . Enerzijds zet je 1 procent van je inkomen in om talent in ontwikkelingslanden een kans en een boost te geven; anderzijds draag je bij dat we met een enorm leden aantal invloed kunnen uitoefen op politieke besluitvorming en zo een paar misstanden kunnen rechtzetten. Dus daar ben ik voorlopig mee bezig. Kom langs en doe mee op www.1procentclub.org.

donderdag 22 november 2007

Kerstattenties voor de bewoners van de bajesboot

Vanuit de Geestelijke Verzorging op de detentieboot kwam het verzoek binnen: willen jullie in het kader van jullie project er voor zorgen dat er met kerst een attentie is voor de mensen die vastgezet zijn op de detentieboten? Natuurlijk hebben we hier graag ‘ja’ op gezegd!
Het is een passende vorm van barmhartig zijn en een signaal van buitenaf: we denken aan jullie!
De bedoeling is dat we met elkaar zorgen aan ca. 330 (huidig aantal gedetineerden aan boord, Christenen, Moslims, Hindu etc.) kleine kerstattenties, voorzien van een kaart in drie talen waar mensen zelf ook nog een groet op kunnen zetten. Het zou helemaal geweldig zijn als we er voor elke gedetineerde een telefoonkaart à € 10 bij zouden kunnen voegen.
Daarom nodigen we ieder die dit leest uit om hier een financiële bijdrage aan te geven, op rekening 231995 van Centrale Diaconie Gereformeerde kerk Schiedam o.v.v. ‘Kerstattentie gedetineerden op boot’.
Als je daar een korte groet bij schrijft, nemen we die mee in de attentie die wordt aangeboden.
Het is de bedoeling om op de zaterdag vóór de kerst deze attenties persoonlijk aan te bieden.
Namens de voorbereidingsgroep,
Ds. Willem van Wieren

dinsdag 20 november 2007


Een aardige groep van ruim een tiental mensen luistert op maandag 19 december in de Ark geboeid naar Aad de Waard, vrijwilligerscoördinator bij Exodus Rotterdam. Hij vertelt ons over het werk van de stichting Exodus. De stichting werkt op het grensvlak tussen Justitie en samenleving. In de exodushuizen wonen ex-gedetineerden. Die worden daar in een strak, maar menselijk regime getraind op het weer gaan functioneren in de samenleving. Soms wordt het verblijf in een exodushuis door de rechter opgelegd. Soms komt men daar op eigen initiatief. In ieder geval moeten bewoners van Exodus uit de criminaliteit willen blijven. Dat is niet zo simpel als het lijkt. Meer dan 70 procent van alle gedetineerden loopt vroeger of later weer tegen de lamp. Het is heel moeilijk om uit de cirkel van de criminaliteit te breken. Zeker in deze tijd, nu het straffen van criminelen zo de nadruk krijgt boven herintegratie en preventie.

Exodus is een effectieve organisatie. Onder leiding van de Leidse penoloog (strafkundige) prof. dr. mr. Martin Moerings vond een onderzoek plaats naar de effectiviteit van Exodus. Daarbij stonden twee vragen centraal: lukt het Exodus om bij te dragen aan de resocialisatie van (ex)gedetineerden en lukt het Exodus om de recidive terug te dringen?
De conclusies waren positief. Van de bewoners die bij Exodus worden begeleid, rondt ruim een derde het programma succesvol af. De rest stroomt negatief uit, een meerderheid vanwege drugsgebruik. Vanaf 2002 is er een jaarlijkse stijging van de succesvolle uitstroom. Van 28% in 2003 naar 45,5% in 2006. De betekenis van Exodus voor de bewoners is echter ruimer dan wat uit de uitstroomcijfers blijkt. Uit interviews met de onderzoeksgroep blijkt dat zowel de negatief als de positief uitgestroomden de begeleiding van Exodus waarderen als een positieve, zinvolle invloed op hun leven.
De bewoners die het Exodusprogramma hebben gevolgd vallen gemiddeld veel minder terug in de criminaliteit dan gemiddeld (43% versus 70%). Van de bewoners die het Exodusprogramma afronden, valt 82% niet terug in crimineel gedrag. Opmerkelijk is dat bewoners die relatief lang bij Exodus verblijven minder recidiveren dan zij die er kort verblijven, ook als zij formeel negatief uitstromen.

Wat is het geheim van de aanpak? Dat blijkt vooral uit de praktijkverhalen van Aad de Waard. Het hart van de zaak is dat iemand zich vrijwillig bekommert om de gevangene. Niet vanuit enig belang, maar gewoon. Dat ‘gewoon’ is bij Exodus geïnspireerd door Christus. En dat pakt soms verrassend uit. Waar professionals geen contact maken, kan een vrijwilliger dat vaak wel.
Een vrijwilliger doet dingen niet uit berekening, maar omdat het goed is. ‘Je brengt de kinderen naar hun vader in de gevangenis’. De moeder brengt dat niet op – waarom? Allerlei redenen, pa zit niet voor niks... Maar een vrijwilliger hoeft dat niet te weten en gaat ‘gewoon’ met de kinderen naar hun vader omdat dat goed is voor alle partijen. Een professional en een ambtenaar kan dat niet maar zo doen, dat moet gemotiveerd en verantwoord worden. Iemand die bewogen wordt door de gevangen doet dat wel.
Aan het eind van de avond tellen we onze knopen: de verhalen spreken aan, maar wat doen wij? Als kerk? Als individu? Enkele mensen zullen persoonlijk contact zoeken met Exodus. En wij gaan eens nadenken of wij soms een kerk met stip willen worden: een kerk waar ex-gedetineerden nadrukkelijk welkom zijn. Wat zijn de consequenties? Daarover hoort u meer.

zaterdag 17 november 2007

Indrukken van café Babylon op 15 november 2007

In Café Babylon zit een klein groepje gasten. We zetten niet in op een scherp stelling nemen in het thema: "Bajesboten, onmenselijk?!". Samen - acht personen - gaan we rond de tafel zitten. Zo kunnen we elkaar in de ogen kijken.
Het eerste woord is aan mensen die één of meerdere keren aan de wake hebben deelgenomen: wat heeft hen bewogen om aan de wake deel te nemen?
Iemand vertelt hoe hij zelf mensen van de straat in zijn huis had opgenomen - "je kan iemand toch niet op straat laten lopen". Het waren spannende maar ook teleurstellende ervaringen. Maar bij de mensen die opgesloten worden op de asielboten wist hij: daar moet ik ook bij zijn. Anderen vertellen hoe zij er ooit toe kwamen om een vluchteling, illegaal in Nederland verblijvend, toch thuis opgenomen hadden - "als je hoort wat mensen meegemaakt hebben, dan doe je dat".
Die vluchteling, beschadigd als hij door zijn ervaringen was heeft uiteindelijk toch een plekje gevonden in de nederlandse samenleving.
Weer een ander: Mensen die geen kant op kunnen zo oplsuiten, dat kan toch niet; ook al kunnen we het niet veranderen, we moeten dat blijven laten horen - "zo wilde ik ook laten horen, dat kernwapens de wereld uit moesten en deed ik mee bij de wakes op Het Binnenhof."
Aan tafel was er ook iemand die van mening is dat vluchtelingen die zonder papieren naar Nederland komen toch geen echte vluchtelingen zijn, maar gelukszoekers. Die mag je opsluiten tot ze terug naar het land van herkomst (kunnen) gaan. Zo kwamen we met ons gesprek niet echt de bajesboten binnen om te zien of het regime daar onmenselijk is. Meer spraken we over onze (on)wil om mensen die een toevlucht in ons land zoeken open tegemoet te treden. Van de ene kant deed het me goed om zo, in alle openheid met elkaar te kunnen spreken, maar er was ook de pijn te horen dat mensen die actief in het kerkelijke leven meedoen zo over vluchtelingen en illegalen denken. Het is belangrijk dat mensen die naar ons toekomen barmhartigheid kunnen ervaren.

Op 18 november a.s. is er weer een wake. Daar wil ik weer bij zijn.

Jan Jetse Bol

zondag 11 november 2007

Tussen gerechtigheid en barmhartigheid

Barmhartigheid in Schiedam:
de nood van de ander zien, bewogen worden, in beweging komen.
Het begint met ‘zien’. We zien veel, in één dag zien wij meer dan een middeleeuwer in zijn hele leven. Maar bewogen worden, wat maakt dat uit? In beweging komen? Voor alle nood van de ander is er wel een oplossing waar wij niet voor hoeven te zorgen.

Barmhartigheid in deze tijd is iets dat aandacht vraagt. In de Raad van Kerken is er voor gekozen om die aandacht te ontwikkelen langs de lijn van de traditie van de werken van barmhartigheid. Verschillende deelnemende kerken zullen elk seizoen weer de aandacht richten op een ander werk:
Najaar 2007 - De Ark - Gevangenen bezoeken
Winter 2007/08 - Oud Katholieke kerk - Hongerigen voeden
Voorjaar 2008 - Morgenstond - Vreemdelingen herbergen
Najaar 2008 - St.Jan d.D/Visitatie - Doden begraven
Winter 2008/09 - NPB - Dorstigen laven
Voorjaar 2009 - Leger des Heils - Naakten kleden
Zomer 2009 - Magnalia Dei - Zieken bezoeken

Vandaag, op zondag 11 november, is dit meerjarige project gestart in de Grote Kerk met het eerste werk: gevangenen bezoeken.
Voorganger was ds. J. Visser uit Rotterdam.
In die dienst werd een fakkel ontstoken die door een groepje lopers werd overgebracht naar de Ark in Schiedam Noord. Ze voerden een leus mee die aan het denken zet: 'hoezo, gevangenen bezoeken?'.

In de Ark vond een dienst plaats onder leiding van de predikanten ds. W.R. van Wieren en ds. A. Poldervaart (Justitiepredikant) die het thema beeldend neerzetten: barmhartigheid als antagonist van de gerechtigheid.
Tijdens de kerkdienst in De Ark werd er een kaars aangestoken met de fakkel: de projectkaars met daarop een verbeelding van ‘barmhartigheid’ (ontleend aan het verhaal van de barmhartige Samaritaan). Deze kaars zal gedurende het project worden doorgegeven aan de deelnemende kerken.

Na de dienst was er de gelegenheid om zich op te geven voor een veelheid van activiteiten. Onder andere van de stichting Exodus (19 november voorlichtingsavond) Amnesty International en Café Babylon (15 november over de detentieboten).

Bovendien waren de resultaten van 'Bijbel in Beeld' te bewonderen. De schilders hadden zich laten inspireren door het thema van de dienst - de resultaten zijn elders op deze website te bewonderen.

vrijdag 9 november 2007

Afbeelding op de projectkaars

Gedurende het project "Barmhartigheid in Schiedam" zal er in de kerk die op dat moment de trekkersrol heeft een kaars branden. Op die kaars een afbeelding van de barmhartige samaritaan. De gelijkenis:

Lucas 10, 25-37
Het enig noodzakelijke

25 Er kwam een wetgeleerde die hem op de proef wilde stellen. Hij vroeg: ‘Meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’
26 Jezus antwoordde: ‘Wat staat er in de wet geschreven? Wat leest u daar?’ 27 De wetgeleerde antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf.’ 28 ‘U hebt juist geantwoord,’ zei Jezus tegen hem. ‘Doe dat en u zult leven.’ 29 Maar de wetgeleerde wilde zich rechtvaardigen en vroeg aan Jezus: ‘Wie is mijn naaste?’ 30 Toen vertelde Jezus hem het volgende: ‘Er was eens iemand die van Jeruzalem naar Jericho reisde en onderweg werd overvallen door rovers, die hem zijn kleren uittrokken, hem mishandelden en hem daarna halfdood achterlieten. 31 Toevallig kwam er een priester langs, maar toen hij het slachtoffer zag liggen, liep hij met een boog om hem heen. 32 Er kwam ook een Leviet langs, maar bij het zien van het slachtoffer liep ook hij met een boog om hem heen. 33 Een Samaritaan echter, die op reis was, kreeg medelijden toen hij hem zag liggen. 34 Hij ging naar de gewonde man toe, goot olie en wijn over zijn wonden en verbond ze. Hij zette hem op zijn eigen rijdier en bracht hem naar een logement, waar hij voor hem zorgde. 35 De volgende morgen gaf hij twee denarie aan de eigenaar en zei: “Zorg voor hem, en als u meer kosten moet maken, zal ik u die op mijn terugreis vergoeden.” 36 Wie van deze drie is volgens u de naaste geworden van het slachtoffer van de rovers?’ 37 De wetgeleerde zei: ‘De man die medelijden met hem heeft getoond.’ Toen zei Jezus tegen hem: ‘Doet u dan voortaan net zo.’

CAFÉ BABYLON

Als initiatiefnemers van Café Babylon hopen wij dat ons Café gaat uitgroeien tot een plek waar mensen elkaar willen ontmoeten om van gedachten te wisselen over thema's uit de actualiteit die ons bezig houden. Op donderdag 15 november gaat het over: "Bajesboten, onmenselijk!?"
Je vindt het Café in het Schepphuis, Dorpsstraat 15 (achter de Dorpskerk Kethel). Je bent welkom vanaf 20.00 uur.
Voor meer informatie:
Jan Jetse Bol, Kerkweg 51, 3124 KD Schiedam 010-4709719 (janjetse2@hotmail.com)

donderdag 8 november 2007

Brief aan de leden van de Vaste Kamercommissie voor Justitie en Vreemdelingenzaken

Aan: de leden van de Vaste Kamercommissie voor Justitie en Vreemdelingenzaken
Postbus 20018, 2500 EA ’s Gravenhage

c.c. mevr. Drs. N. Albayrak, Staatssecretaris

Schiedam, 8 november 2007

Zeer geachte leden van de Vaste Kamercommissie,

Naar aanleiding van onze wake in oktober bij de detentieboot in de Merwehaven Rotterdam/Schiedam merken we op:
volgens de wet moet vreemdelingenbewaring aan twee belangrijke voorwaarden voldoen:
· Er dient sprake te zijn van concreet zicht te zijn op uitzetting
· De openbare orde of nationale veiligheid is in het geding.
Op uitzetting is voor de meeste gedetineerden aan boord geen enkel zicht. Personen die langer dan drie maanden in bewaring zijn gehouden hebben uiteindelijk minder dan 20% kans te kunnen worden uitgezet. Na zes maanden is de kans op uitzetting, al dan niet vrijwillig, vrijwel nihil. Resultaat: uiteindelijk rest er geen andere optie dan de bewaring op te heffen. Personen worden geklinkerd – met grote kans na enige tijd weer te worden opgepakt en voor maanden te worden vastgezet. Op grond van artikel 5 van het Europees verdrag voor de Rechten van de Mens is detentie van illegale vreemdelingen niet rechtmatig als er binnen afzienbare tijd geen redelijk zicht op uitzetting bestaat. Desondanks is Nederland een van de weinige Europese landen waar de maximale duur van vreemdelingenbewaring niet wettelijk is vastgelegd, met als gevolg dat een hechtenis van 16 – 20 maanden al lang geen uitzondering meer is! Hier komt geen rechter met vonnis aan te pas. Deze vrijheidsberoving geldt als een administratieve maatregel en valt onder het bestuursrecht. Dit heeft als gevolg dat deze mensen, die strafrechterlijk gezien niets hebben misdaan, voor onbepaalde duur worden vastgezet, in slechtere omstandigheden dan criminelen die wel een vonnis hebben gekregen en weten waar ze aan toe zijn. De onzekerheid waaraan mensen zoals in de detentieboten zijn onderworpen is voor velen van hen ziekmakend, traumatiserend. Het besef niets verkeerds gedaan te hebben en toch vast gezet zijn geeft deze vreemdelingen een gevoel van verongelijkt zijn, dat een bron van haatgevoelens kan worden tegen alles wat Nederlands is.
De omstandigheden zijn ook ziekmakend: met meerderen op een cel zonder privacy van toilet of douche. Voor veel vreemdelingen zijn de omstandigheden ook wezensvreemd: een boot op water die beweegt wanneer het hard waait en mensen zeeziek maakt, maar wat nog erger is: heel bang.

Ultima ratio
Vreemdelingenbewaring dient als ultima ratio – dit betekent dat de vreemdeling niet verder in zijn vrijheid en rechten beperkt mag worden dan door het doel van de maatregel – uitzetting – gerechtvaardigd is. Dit beginsel van minimale beperkingen staat in de Grondwet (art.15, lid 4), het Vreemdelingenbesluit van 2000 (art. 5.4) en in verklaringen en resoluties van de Raad van Europa.
In 1980 waren voor dit doel in ons land 45 politiecellen gereserveerd. Nu kennen we bijna 5.000 plaatsen voor vreemdelingenbewaring, met een véél langere duur van de vrijheidsberoving zonder vooruitzicht van uitzetting. Onlangs (15 oktober j.l.) vermeldde het dagblad Trouw naar aanleiding van de nieuwe gevangenis voor vreemdelingen in Alphen aan de Rijn, dat er een inspanningsverplichting tot aanhouding van vreemdelingen van 12.000 personen op jaarbasis is afgesproken.
Dit is volslagen in strijd met het beginsel van ultima ratio, minimale beperkingen.
Wij doe een dringend beroep op u om concreet terug te keren naar de uitgangspunten van het Vreemdelingenrecht . De huidige politieke situatie leidt alleen maar tot verliezers. Dat zijn allereerst de mensen in detentie, maar dat zijn wij ook als inwoners van dit land – waar dit beleid niet leidt tot trots maar schaamte.

Ook pleiten wij opnieuw voor goed toegankelijke rechtsbijstand voor alle vreemdelingen in detentie. Het zou in de gegeven situatie al een belangrijke stap vooruit zijn wanneer er in alle UZC’s wekelijks een spreekuur werd gehouden voor deze doelgroep – een laagdrempelig juridisch loket . Gelukkig is er wat beweging in deze zaak. De Raad van Rechtsbijstand werkt aan uitvoering van de instelling van juridische loketten. We dringen wel aan op voortvarendheid met het invoeren van deze spreekuren. Immers, deze vreemdelingen behoren tot de meest kwetsbare groep rechtzoekenden.

Zolang de huidige situatie voortduurt en er detentieboten in de Merwehaven van Rotterdam/Schiedam liggen ziet de Raad van Kerken Schiedam zich genoodzaakt om haar maandelijkse wakes bij de boten vol te houden. Deze wakes, waaraan mensen uit allerlei kerken, politieke partijen en maatschappelijke organisaties aan deelnemen, vinden elke derde zondag van de maand plaats, tussen 19.00 en 19.40 uur. Ook uw aanwezigheid wordt zeer op prijs gesteld! Deze wakes gelden voor ons als:
· signaal van bemoediging aan de vreemdelingen in bewaring: jullie worden niet vergeten
· een wake als manier om de mensen in ons land wakker te schudden: zien jullie wat hier gebeurt?!
· middel om de aandacht te vragen van alle mensen uit de regering en politiek, met name van staatssecretaris mevr. N. Albayrak, maar ook van u als Vaste Kamercommissie. Wij kunnen aandacht vragen – maar het is uw verantwoordelijkheid om aan deze mensonwaardige situatie snel een einde te maken. In ons land moeten we op een andere, menswaardige, manier omgaan met de opvang voor illegale en uitgeprocedeerde asielzoekers.
· middel om te doen wat wij kunnen doen: de mensen in de boten steunen en blijvend aandacht vragen voor deze beschamende situatie bij onze stadgenoten
· en om op te komen voor de kwaliteit van onze samenleving. Wanneer deze vormen van detentie blijven, zal dit ten koste gaan van de ziel, de kwaliteit van onze samenleving.

In afwachting van uw reactie en met vriendelijke groet
namens de Raad van Kerken Schiedam en alle deelnemers aan bovengenoemde wake
de pastores Jan Jetse Bol, Lidwien Meijer, Willem van Wieren



Een afschrift van deze brief is ook gestuurd naar
· alle leden van de Raad van Kerken Schiedam
· Raad van Kerken in Nederland
· Wakers bij de detentieboten
· mevr. W. Verver – Aartsen, burgemeester te Schiedam
· dhr. I. Opstelten, burgemeester te Rotterdam
· ds. J. D. W. Eerbeek, hoofdpredikant dienst justitiële inrichtingen
· de dienst geestelijk verzorging op de detentieboot
· Amnesty International Nederland en afdeling Schiedam
· HOEKGROEP Schiedam
· de heer P. H. de Vries, G. -C. W. Rotterdam
· Stichting VluchtelingenWerk Maasdelta, afd. Schiedam
· Politieke partijen in de gemeenteraad te Schiedam en te Rotterdam



Correspondentieadres: ds. W. R. van Wieren, Koggeschip 70, 3123 BK Schiedam

maandag 8 oktober 2007

Barmhartigheid in Schiedam

De raad van Kerken in Schiedam heeft de werken van barmhartigheid omarmd als één van de rode draden in onze christelijke praktijk. De zeven werken van barmhartigheid zijn :
• De hongerigen voeden
• De naakten kleden
• De dorstigen laven
• De doden begraven
• De gevangenen bezoeken
• De zieken bezoeken
• De vreemdelingen herbergen
Zes van deze werken zijn gebaseerd op de woorden van Christus in het Evangelie naar Matteüs : "Want Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven, Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven, Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen. Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed, Ik was ziek en gij hebt Mij bezocht, Ik zat in de gevangenis en gij hebt Mij bezocht.'' (Matteus 25, 35-36).
Paus Innocentius III (1198-1216) voegde daaraan in het jaar 1207 een zevende werk aan toe: 'de doden begraven'. Dit werk is ontleend aan het apocriefe Bijbelboek Tobit: "Ik gaf brood aan de hongerigen en kleren aan de naakten; als ik het lijk van een volksgenoot buiten de muren van Nineve zag liggen, dan begroef ik het". (Tobit 1,17). In de door pestepidemieën geteisterde middeleeuwen had het moeilijke en gevaarlijke werk van 'doden begraven' een bijzondere waarde.

In Nederland bestaat er een vitale Beweging van Barmhartigheid, die werd ingezet toen in 1998 de Fraters van Tilburg een advertentie plaatsten met daarin een oproep aan bondgenoten in barmhartigheid. Daar werd breed gehoor aan gegeven in alle kerken. Heeft barmhartigheid zin – in een wereld waarin hongerigen een uitkering krijgen, naaktheid een symbool is geworden voor begerenswaardigheid, dorst wordt gezien als een kans voor meer afzet van drank, doden altijd worden begraven, zieken worden behandeld in een uitstekend systeem van volksgezondheid en waar vreemdelingen buiten de deur worden gehouden door een harde vreemdelingenwet?
Juist daar heeft barmhartigheid een kritische betekenis.

Wij formuleren dat (in navolging van de beweging van barmhartigheid) zo:
• Barmhartigheid is een weg naar een menselijker wereld.
• Barmhartigheid is een belangrijk aspect van mijn mens-zijn.
• Barmhartigheid heeft te maken met de kern van mijn spiritualiteit.
• Barmhartigheid: zien, bewogen worden, in beweging komen.
Daarom
• nemen we de tijd voor bezinning en reflectie;
• geven we gestalte aan barmhartigheid en dragen die uit als actueel van waarde voor onze samenleving;
• werken we aan een wereld waar plaats is voor ieder, waar de waardigheid van ieder mens recht wordt gedaan.
Daarbij geven we bijzondere aandacht aan mensen die kwetsbaar zijn of in enige vorm van nood verkeren.

Wat betekent dit praktisch? Zien, bewogen worden, in beweging komen – het begint met ‘zien’. Wat wij kunnen doen is zichtbaar maken wie er in onze goed geregelde samenleving nog ontferming in ons oproepen. Dat is een gevoeligheid moet je trainen – want onze samenleving stompt ons af: we zien alles, maar voor alles is wel een oplossing buiten ons. Barmhartigheid vraagt om aandacht. Die aandacht gaan we ontwikkelen. We hebben daarvoor de lijn gekozen van de traditie van de werken. In de Raad van Kerken is besloten om die lijn uit te laten zetten door verschillende deelnemende kerken, die elk seizoen aandacht vragen, de aandacht richten op een ander werk.
Najaar 2007 De Ark Gevangenen bezoeken
Winter 2007/08 Oud Kath. Hongerigen voeden
Voorjaar 2008 Morgenstond Herbergen vreemdelingen
Najaar 2008 St.Jan d.D/Visitatie Doden begraven
Winter 2008/09 NPB Dorstigen laven
Voorjaar 2009 Leger des Heils Naakten kleden
Zomer 2009 Magnalia Dei Zieken bezoeken

Wat houdt dat concreet in? Wat betekent barmhartigheid in deze tijd? Dat moeten we gaan leren. Het is in eerste instantie een zoektocht die de deelnemende kerk zal aangaan. Wat tijdens die zoektocht aan ervaringen wordt geleerd, dat zal worden overgedragen aan de volgende kerk.

Op 11 november aanstaande krijgt dit programma een start met een kerkdienst in de Grote Kerk. . Deze start staat te boek voor zondag 11 november - Sint Maarten. Voorganger is ds. H. Visser uit Rotterdam. De ‘zeven werken’ zullen in die dienst aan de orde komen. In de dienst, na het Kyrië en gloria, wordt de kaars aangestoken die we gedurende looptijd van dit programma zal branden – evenals een fakkel. Werken van barmhartigheid blijven niet binnen de muren van de kerk. Daarom worden kaars en fakkel brandend meegnomen naar De Ark – waar op dat zelfde moment het ‘eerste werk’ geïntroduceerd wordt: het bezoeken van de gevangenen. De bedoeling is dan dat de kaars met de brandende fakkel daar op een later moment van de dienst arriveren – juist vóór de inzameling van de gaven.

Ruim een week later, op maandagavond 19 november is er een avond die in het licht zal staan van ‘het bezoeken van de gevangenen’. Wat betekent dat – zien, bewogen worden, in beweging komen – voor de gevangene, voor degene die de gevangene bezoekt. Wat betekent dat voor ons als kerk? Er zullen op die avond bijdragen zijn van een oud-gevangene, medewerkers en vrijwilligers van de Stichting Exodus en van het gevangenispastoraat. De avond begint om 20.00 uur en vindt plaats in de Ark. Toegang is vrij – niet alleen voor gemeenteleden van de Ark, maar voor mensen uit heel Schiedam, van elke kerkelijke of niet kerkelijke achtergrond.

Informatie: http://barmhartigheidinschiedam.blogspot.com; http://www.barmhartigheid.nl

zondag 30 september 2007

Werkprogramma Schiedamse kerken

Najaar 2007 - De Ark - Gevangenen bezoeken
Winter 2007/08 - Oud Kath. - Hongerigen voeden
Voorjaar 2008 - Morgenstond - Herbergen vreemdelingen
Najaar 2008 - St.Jan d.D/Visitatie - Doden begraven
Winter 2008/09 - NPB - Dorstigen laven
Voorjaar 2009 - Leger des Heils - Naakten kleden
Zomer 2009 - … - Zieken bezoeken

De politieke relevantie van barmhartigheid

Barmhartigheid in een wereld waarin alles al geregeld is… waarin de sociale wetgeving op orde is en de al te schrijnende armoede van hen die niet ‘im Weltinnenraum des Kapitals’ leven door middel van een stevige vreemdelingenwetgeving buiten de deur wordt gehouden. Zien, bewogen worden, in beweging komen. Hoe relevant is dat? Op dit moment misschien wel relevanter dan ooit. Maar wat betekent dat voor ons, in een samenleving waarin de gevangenen van overheidswege worden begeleid, waarin naaktheid niet verwijst naar armoede, maar een symbool is van begerenswaardigheid? Waarin dorst wordt overschaduwd door opgehitste begeerte. Waarin vreemdelingen van overheidswege uit de samenleving worden geweerd. Waarin hongerigen zeldzaam zijn geworden – de populariteit van voedselbanken ten spijt en waar alle doden keurig begraven worden – huisdieren incluis. Slechts de ouden en de zieken zijn zichtbaar vereenzaamd – maar ook dat kan worden afgekocht.

Toch wordt op dit moment de relevantie van het soort waarde dat zich in barmhartigheid manifesteert breder erkend dan in voorbije jaren. Wij hebben de wind mee, zou je kunnen zeggen. De kerken en waar de kerken voor staan komen weer in beeld bij politiek en bestuur. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de oproep van onze commissaris van de Koningin aan de kerken om zich actief open te stellen voor mensen op zoek naar rust en bezinning . Dat blijkt ook uit de tekst van het regeerakkoord van begin dit jaar:
Wij willen werken aan een samenleving waarin mensen zich duurzaam met elkaar verbonden weten.

De verbinding tussen mensen, de betrekkingen, staan weer op de agenda, zo lijkt het. En de breed erkende basis van die betrekkingen is het menselijke vermogen tot onbaatzuchtige wederkerigheid. Dat moet de ruimte krijgen, geoefend worden, zo erkennen ook politieke denkers. Dat is voor het eerst sinds de late jaren zeventig. Voor dit tijd werd de publieke discussie bepaald door begrippen als solidariteit – die moest worden vertaald in wetgeving, in rechten en plichten. Daarna, rond 1980, ging het politieke schip overstag. Dertig jaar geleden… toen ontstond er een no-nonsense-wereld, de tijd van het postmoderne kapitalisme brak aan. Daarin werd spiritualiteit een consumptiegoed, de kerk gemarginaliseerd tot bijzondere horeca-instelling of een institutioneel toevluchtsoord voor fijnbesnaarden en identiteitszoekers.

Maar die tijd is voorbij en intussen gaat dat schip weer een andere koers varen, een koers waarbij barmhartigheid een bijzondere plek kan krijgen – als wij daar wat van maken. Misschien is het aardig om eens dertig jaar terug te gaan, naar de tijd van de kabinetten Den Uyl, Van Agt, die woelige jaren. En de rust die daarna intrad na enkele jaren Lubbers. Dat kan ons iets leren over de koerswijziging in onze tijd.

De handtas van Thatcher
Er zijn van die momenten waarop de geschiedenis een andere wending lijkt te nemen. Zo kan men het congres waarop Margaret Thatcher tot partijleider van de Engelse conservatieven werd gekozen, beschouwen als een moment waarop het politieke denken overstag ging. Bij die gelegenheid pakte zij 'the Constitution of Liberty' van Von Hayek uit haar handtas sloeg met het boek op de tafel. 'This is what we believe' sprak ze streng.

Hayek fulmineert in dat boek tegen de planeconomie en betoogt dat democratisch bestuur samen met de werking van de markt een effectief tegengif zal bieden tegen het totalitarisme van links en rechts. Hiermee maakte hij en passant van de homo economicus de ideale burger en de bewaker van de open samenleving .

Thatcher werd prime minister in 1979 en transformeerde de Britse economie met harde hand. Succes maakt navolgers. In kringen van sociologen en politici werd de 'homo economicus' van de economen ontdekt en – is er een direct verband? – Ruud Lubbers introduceerde enkele jaren later 'de calculerende burger' als werkbare minitheorie voor het oplossen van maatschappelijke problemen. Het werd zwaar weer voor de aanhangers van grote verhalen, ambities en principes. Grote plannen voor de ontsluiting van de Randstad met een geavanceerd openbaar vervoer werden ter zijde geschoven (wat kost dat, wat levert dat op). Economische principes zoals 'de vervuiler betaalt', 'stringent begrotingsbeleid', 'no nonsense' kleurden de discussies in over het functioneren van de overheid. Tot op de huidige dag domineert het mensbeeld van de calculerende burger en de praktische overheid het politieke debat en de dagelijkse praktijk van de overheid. De wereld van de politiek is een wereld die politici en maatschappijwetenschappers kunnen begrijpen en uitleggen – en wat ze kunnen uitleggen is gebaseerd op het redeneren rond de economische mens, de mens die slechts wordt gedreven door zijn behoeften.

Balkenende en de handtas
Intussen is het tij aan het keren. Ook nu hangt er een belangrijke wijziging in de politieke cultuur in de lucht – eentje die net zo ingrijpend is als die van zo'n kwart eeuw geleden toen Thatcher Von Hayek adopteerde en Lubbers de calculerende burger uitvond. Niet alleen de zakelijke overwegingen van die burger, maar ook zijn onderlinge verhoudingen en de verhouding met de samenleving komen op de politieke agenda te staan. Het is aardig om 5 jaar na dato eens te herlezen wat in het Strategisch Akkoord van Balkenende 1 staat geschreven over de rol en de plek van de overheid:
Inzet is een samenleving waarin een ieder in vrijheid, welvaart en zekerheid kan leven op basis van wederzijds respect en verantwoordelijkheid. Dat is geen natuurlijk gegeven. Het vergt een voortdurende inspanning en inzet van burgers en maatschappelijke instituties èn een overheid die handhaaft en handelt maar die ook onderkent dat een samenleving meer is dan een markt en een overheid.

De burger is in deze politieke opvattingen niet langer een klant, een consument met louter zakelijke betrekkingen met de samenleving. Vervolgens wordt ook de natuurlijke, 'automatische' ontwikkeling van de samenleving in het strategische akkoord afgewezen als enig bestuurlijk principe: er is weer werk aan de winkel. En tenslotte is er in Nederland expliciet ruimte voor iets dat meer is dan markt en overheid. In dat licht is de brief van Jan Franssen aan de kerken in zijn provincie geen onbetekenend incident, maar een signaal van een ander klimaat – een signaal waaraan de kerken overigens geen enkel praktisch gevolg hebben gegeven.

Hoe men daar verder ook over mag oordelen: al deze teksten markeren een breuk met het idee dat burgers moeten worden gezien als louter behoeftebevredigende, nutsgerichte, calculerende wezens. Mag men aan deze tekst van Balkenende dezelfde waarde toekennen als aan de handtas van Thatcher? Daar is aanleiding toe.
Destijds, sedert midden jaren zeventig, was er een in ernst toenemend debat over de verzorgingsstaat en de effecten daarvan op vrijheid en vitaliteit in de samenleving. En dat schiep een klimaat waarin Thatcher een positie kon krijgen. Ook nu is er sprake van een breder, klimaatbepalend debat. Dit maal rond de effecten van het postmoderne kapitalisme en dat is een debat waarin de betrekkingen tussen mensen een relevant onderwerp zijn geworden. Dat gaat over zulke uiteenlopende kwesties als globalisering, normen en waarden, godsdienst, maar ook over sociale cohesie.

Getuigen voor de zaak van de wederkerigheid
Daarin is onder andere het onderzoek van Robert Putnam naar het verenigingsleven in de Verenigde Staten van betekenis geweest. In zijn boek Bowling Alone beschrijft hij de werking van het geldende mensbeeld: voorheen gingen groepen mensen gezellig samen bowlen, hielden in de club hun zaakjes goed bij en die clubs organiseerden vrolijke competities (model Fred Flintstone). Bowlen is nog steeds populair maar intussen doet men dat nauwelijks meer in clubverband. Tegenwoordig huur je gewoon alleen of met wat vrienden een baantje in de bowlinggelegenheid. Amerikanen zijn massaal getransformeerd van clublid tot klant en men koopt tegenwoordig als regel het bowlen als amusement. Is dat erg? Putnam spreekt in dat verband over verlies van 'sociaal kapitaal', waarmee hij doelt op een algemene neiging tot wederkerigheid – de natuurlijke neiging om elkaar te vertrouwen in de tendentie om iets voor elkaar te betekenen. Deze neiging neemt toe als het vertrouwen zich kan manifesteren. Maar het werkt ook andersom: gebrek aan gemanifesteerd vertrouwen leidt tot vermindering van vertrouwen .

Ook Francis Fukuyama heeft op indrukwekkende wijze een lans gebroken voor 'het vertrouwen' als vormgevende component in een samenleving. Hij was nog een echte neoconservatief toen hij in 1995 het boek 'Trust: The Social Virtues and the Creation of Prosperity' schreef over de betekenis van moraliteit en vertrouwen als basis voor een aantrekkelijke samenleving. In een retorisch buitengewoon meeslepend betoog laat hij zien hoe landen met een relatief goed ontwikkeld vertrouwen, een het economisch beter doen dan landen met een minder ontwikkeld 'sociaal kapitaal', om deze twee begrippen maar eens met elkaar te verbinden.

De altijd kritische Richard Sennett schrijft: "Een regime dat de leden van de samenleving geen diepe reden geeft voor elkaar te zorgen, kan niet lang zijn legitimiteit overeind houden" . Kritiek die zowel geldt voor het postmoderne kapitalisme als voor de doorgeschoten verzorgingsstaat.

De politieke koers waarbij de burger wordt behandeld als een calculerend individu lijkt onhoudbaar te worden. Het inzicht breekt door dat die burger iemand is die zijn leven regelt in transacties, die alles wil kopen en verkopen tegen een prijs. Zijn betrekkingen zijn verzakelijkt: 'voor jou een ander'. Dat impliceert van de weeromstuit dat die mens op niemand rekent. Hij kan altijd ergens anders terecht. En omdat niemand op hem rekent, heeft de calculerende burger tegenover niemand verplichtingen. Zo gezien vormt het postmoderne kapitalisme zowel een bedreiging voor de persoonlijkheid van het individu als voor de stabiliteit van de samenleving. Zonder duurzame betrekkingen geen stabiele samenleving.

De calculerende burger in zijn positieve hoedanigheid was echter een autonoom, stevig individu, dat bevrijd was van de ketenen van de irrationaliteit – bevrijd van de grote verhalen, bevrijd van godsdienst, bevrijd van de verzuilde samenleving – en vooral ook: bevrijd van de verstikkende beklemming van de verzorgingsstaat, waarin alles wat hem overkwam werd afgedekt. Die zakelijke burger (heel anders dan zijn voorganger: de emanciperende arbeider in de verzorgingsstaat) durfde ter wille van de bevrediging van zijn behoefte wel een gecalculeerd risico aan! En door zijn vlijt en zakelijkheid bouwde hij al calculerend aan een ondernemende, sterke open samenleving.

Dat idee werkte in een tijd waarin planeconomie en verzorgingsstaat haalbare werkelijkheden dreigden te worden, maar is nu uit de tijd, nu de open samenleving een desintegrerende samenleving lijkt te worden, en nu buiten de grenzen van het postmoderne kapitalisme een beklemmende, verarmde, vuile wereld ontstaat die ons bestaan en bestaansrecht aantast .

De kerken aan zet
De samenleving gaat overstag en ontwikkelt weer waardering voor de betrekkingen tussen mensen en voor hun hogere aspiraties. Voor wederzijdsheid die meer is dan een economische transactie. Vertrouwen, sociaal kapitaal. Bij zo'n koerswijziging treden verschijnselen op die men ook kan waarnemen wanneer een groot zeilschip overstag gaat. Geflapper van zeilen, lichte vormen van paniek, schuivend en vallend vaatwerk. Mopperende passagiers. Men was zo gewend aan die helling over stuurboord en nu helt het schip ineens over bakboord… Pas na enige tijd is men weer gewend aan de nieuwe verhoudingen. Maar zover is het nu nog niet. Hier en daar begint men te wennen aan de nieuwe koers, maar de verwarring en de nervositeit van de grote manoeuvre heersen nog steeds, voor tevredenheid over de nieuwe koers is er slechts in beperkte kring ruimte. Ook de kerk gaat voort alsof er niets veranderd is. De oproep van Jan Franssen aan de kerken is in Zuid Holland door de kerken in verwarring genegeerd.

Terwijl de Vereniging Nederlandse Gemeenten en AEDES zich expliciet te weer stellen tegen de moreel onhoudbare vreemdelingenwetgeving (aan moed kan het niet liggen…), zwijgt de PKN – alsof hun bijdrage er toch niet toe doet en de interne discussies in de kerk belangrijker zijn dat de moraliteit van de politiek. Voorlopig wijt ik dat aan de algemene verwarring over de politieke toestand van Nederland en het ontbreken van de kerk op al die plekken waar het maatschappelijke debat zich afspeelt.

De kerk is bovendien vanuit haar eigen perspectief nimmer dienstbaar aan de doelen van de staat – toch heeft de verhouding met het politieke discours van meet af aan grote betekenis gehad voor de ontwikkeling van de kerk. En andersom heeft het Christendom de morele condities geschapen voor de evolutie van de samenleving . Christendom kon gaan bloeien in het bijzondere klimaat in het Romeinse rijk. Kreeg zijn verspreiding en organisatorische vorm in relatie tot de opkomst van het feodalisme in het Frankische rijk – en gaf daar op zijn beurt vorm aan. Zonder edict van Worms zou de graaf van Holland het niet hebben aangedurfd om de Rijn af te dammen (waarmee de eerste gekozen bisschop van Utrecht zijn verbinding met de zee verloor) en te starten met een intensief ontginningsprogramma in de lage landen – en zou Schiedam nooit die prominente plek krijgen die het in de 14e eeuw kon verwerven. Onze Grote Kerk zou een stuk kleiner zijn. De reformatie kan niet begrepen worden zonder de statenvorming in Europa. Enzovoort enzovoort.

Zou de secularisatie van de samenleving in het laatste kwart van de 20e eeuw het einde betekenen van de kritische, constructieve interactie tussen staat en kerk? Zelfs als we dat zouden willen (zo niet uit gebrek aan moed, dan misschien uit gemakzucht of onmachtigheid), dan nog betekent de opkomst van de Islam dat de kerk zich niet kán terugtrekken in splendid isolation, zonder zichzelf tot marginaliteit te veroordelen. Niets is vitaliserender dan een actieve concurrent – zo blijkt uit de praktijk van de organisatiekunde , al bestaat het risico dat de uitgedaagde vorm zich gaat aanpassen aan de matrijs van de uitdager. Met alle risico’s van dien voor de ontwikkelingskoers van de kerk. Dat pleit voor een eigen programma. Daarbij moet gezegd zijn: ‘de kerk màg zich niet terugtrekken’ uit de politieke dialoog, omdat wetgeving en met name de vreemdelingenwetgeving op inhoudelijke en morele gronden de kerk tot actie verplicht.

Maar vanuit politiek gezichtspunt belangijker: wie anders dan de kerk zou die miserabele mensensoort kunnen redden, die gekweekt is in de laatste dertig jaren van postmodern kapitalisme? De calculerende burger, de bange blanke – relatiearm, bezitsrijk, vervreemd, ontworteld, bang en boos in zijn welvaartsgetto. Hun invloed neemt gevaarlijke vormen aan: de eerste gated communties worden gebouwd in Nederland; zodra een kleuterschool uitgaat belt men de politie wegens geluidsoverlast; vitale jongeren wordt gedefinieerd als bedreigende hanggroepen – zo doende stookt die mensensoort het vuur van het extremisme op. De kerk heeft directe toegang tot die doelgroep zou ik zeggen.

Zien, bewogen worden en in beweging komen is de projectvorm van de barmhartigheid, dat vermogen tot onbaatzuchtig meevoelen – en is de belichaming van radicale kritiek op het bestaan van de calculerende burger. Barmhartigheid vormt zo gezien de genetische code van het politiek zo gewenste vertrouwen. De basis onder de wederkerigheid. Politiek gewenst… zeker, maar barmhartigheid vormt ook de basis onder het herstel van de maatschappelijke verbanden die het substraat voor en het resultaat zijn van een vitale kerk.

zondag 3 juni 2007

Volkshuisvesters en de vreemdelingenwet

Soms gaan menselijkheid en redelijkheid vóór de wet. Dat geldt voor uitgeprocedeerde asielzoekers. Dat is de achtergrond van de opstelling van onder andere Jolande Tijhuis: wij zijn er om daklozen te huisvesten. Ze wil ons helpen bij het debat over de spanning tussen wet en menselijkheid - een van haar medewerkers gaat met mij contact opnemen. Spannend!

vrijdag 25 mei 2007

Generaal pardon... en een convenant met de gemeenten - voer voor spoor 1?

Het wringt natuurlijk wel: nu het generaal pardon er door is, zullen de gemeenten de als 'onrechtmatig' geldende noodopvang staken. De VNG formuleert het dilemma als volgt:
Uit de ledenraadpleging (over het convenant met Jusitie) blijkt dat met name de beëindiging van de noodopvang een gevoelig issue is. Het is goed om in de eerste plaats te benadrukken dat ook gemeenten de noodopvang willen beëindigen en dit ook zullen gaan doen. Uiteraard hebben gemeenten wel een zorgplicht voor de mensen die binnen de gemeentegrenzen verblijven.

In Amsterdam leidt dat al tot de conclusie dat in voorkomende gevallen de uitgeprocedeerden toch zullen worden gehuisvest... door de gemeente.
Op de achtergrond hebben de woningcorporaties besloten dat wat hen betreft de mens altijd gaat boven de wet. Een dakloze krijgt een woning - uitgeprocedeerde vreemdeling of niet. Kerken en corporaties... Actief in dat veld is het WoonNetwerk, een groep van progressieve corporatiedirecteuren. Wat is hun inzet op dat punt? Daarover contact gezocht met Jolande Tijhuis. Ik ga dat eens na - wellicht input voor ons stadsdebat (ons spoor 1) over het onderwerp vreemdelingen (en gevangenen). Een oud bericht hierover:
Vijftien woningcorporaties blijven onderdak bieden aan uitgeprocedeerde asielzoekers, zo hebben zij afgesproken. Minister Rita Verdonk had de corporaties gesommeerd daar onmiddellijk mee te stoppen. De vijftien woonbedrijven werken samen in Het WoonNetwerk en beheren, verspreid over het gehele land, gezamenlijk ruim tien procent van alle huurwoningen.
De afspraak woonruimte aan te bieden aan uitgeprocedeerde vluchtelingen, is gemaakt op initiatief van Jolande Tijhuis, directeur van Ieder1 in Deventer. Zij bood vorige week huisvesting aan een Deventer gezin dat op straat stond nadat het moederland Ethiopië weigerde het toe te laten.
Tijhuis bestrijdt dat corporaties illegaal handelen door uitgeprocedeerde asielziekers onderdak te bieden. ,,Als corporatie hebben wij de taak kwetsbare groepen op te vangen.'' Bovendien verhuurt Ieder1 in dit specifieke geval niet direct aan het Ethiopische gezin, maar aan de stichting STAD die in Deventer al enkele jaren uitgeprocedeerde asielzoekers helpt.

donderdag 17 mei 2007

Wake bij detentieboten in de Merwehaven: zondag 20 mei, 19.00 uur.














Elke derde zondag van de maand is er vanuit Schiedam een wake bij de twee detentieboten die sinds 2004-2005 in de Merwehaven liggen. Men houdt deze wake in navolging van de wake bij het uitzetcentrum Zestienhoven, die iedere eerste zondag van de maand plaats vindt.
De detentieboten (‘bajesboten’) in de Merwehaven, zijn een wereld apart. Buitengesloten van de samenleving, wachten mensen, meest illegalen, op het moment dat ze uitgezet worden. De Raad van Kerken Schiedam wil met een wake het Nederlandse uitzetbeleid aan de kaak stellen en de mensen in de boten steunen.

Met gedichten, zang en ervaringsverhalen geeft men uiting aan het ongenoegen en de schaamte over een beleid dat vreemdelingen criminaliseert, vernedert en van hun vrijheid berooft. Twee rooms-katholieke pastores, Jan-Jetse Bol en Lidwien Meijer, en dominee Willem van Wieren leiden om de beurt deze wake.
De eerste wake bij de detentieboten vond plaats op 21 mei 2006. Voor de veertig deelnemers, afkomstig uit Amsterdam, Rotterdam en Schiedam, was het een indringende ervaring, want de gevangenen op de boten reageerden met luid geroep en bedankten de wakers voor hun steun.
Inmiddels zijn er elf waken in Schiedam geweest. Het aantal deelnemers blijft constant.
De wake begint om 19.00 uur. De boten liggen achter de grensflat (Rotterdamsedijk). Na afloop drinken de deelnemers samen koffie in de pastorie van de H. Hartkerk in Schiedam-Zuid.
(RK Diaconie)

woensdag 16 mei 2007

Overleg met Exodus op 14 juni?

Voor een verkennend gesprek met Exodus Nederland is 14 juni waarschijnlijk de beste optie. De datum wordt nog bevestigd door Exodus.
Afhankelijk van de aanwezigheid van onze kant kan het gesprek een ander karakter krijgen: als we met z'n tweeen zijn (Frans en Koos) is het een eerste kennismaking (nuttig), sluiten er meer mensen aan, dan kunnen we het gesprek ook wat breder trekken (nog nuttiger).

dinsdag 15 mei 2007

Contact met Exodus Nederland

Vandaag contact gehad met Robert Prang van Exodus Nederland. Robert gaf aan dat er grote behoefte is in onze regio aan werk in de sfeer van nazorg. Maatjeswerk. Hij is graag bereid om ons te vertellen wat dat werk inhoudt. Als wij dat willen neemt hij Ad de Waard mee die ervaring met dit werk heeft in Krimpen.
Overigens staat Exodus Nederland juist vandaag in de belangstelling: ze hebben de prijs van het Oranjefonds gewonnen (zie de lijst met links).

maandag 14 mei 2007

De eerste bijeenkomst

Vanavond voor het eerst bijeen om een van de werken van barmhartigheid aan te pakken. Start van een beweging...? Beginnen bij de lastigste: het troosten van de gevangenen.

We hebben afgesproken dat we twee sporen gaan volgen:

Het eerste spoor is dat van de gevangenen in de detentieboten. Dat gaat over het troosten van gevangen en brengt ook onze omgang met 'het herbergen van vreemdelingen' in beeld.
Het gaat hier om mensen die zijn opgesloten omwille van een vreemdelingenwetgeving die strijdig is met onze moraliteit. Daarover willen wij een stadsdebat organiseren in de maand oktober. Willem pakt dat op - overlegt met Paul van Mansum over de concrete organisatie.

Het tweede spoor is het troosten van de gevangenen in onze regio.
Wat speelt er eigenlijk? Hoe pakken we het aan? Om daar achter te komen gaan we eerst in gesprek (in juli) met een gevangenispredikant uit de buurt. Daarna in gesprek met de gevangen zelf: wat vinden die ervan? Willem nodigt een gevangenispredikant uit voor een eerste kennismaking.
Frans inventariseert daarnaast wat er aan gevangenissen in onze regio is, wat bijvoorbeeld de stichting Exodus doet, wat de reclassering nog is en doet. Een veldverkenning.

werken van barmhartigheid

De zeven werken van barmhartigheid zijn:

Het voeden van de hongerigen
Het laven van de dorstigen
Het kleden van de naakten
Het begraven van de doden
Het herbergen van vreemdelingen
Het bezoeken van de zieken
Het troosten van de gevangenen

Zes van deze werken zijn gebaseerd op de woorden van Christus volgens het Evangelie volgens Matteüs : "Want Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven, Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven, Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen. Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed, Ik was ziek en gij hebt Mij bezocht, Ik zat in de gevangenis en gij hebt Mij bezocht.'' (Matteus 25, 35-36). Paus Innocentius III (1198-1216) voegde daaraan in het jaar 1207 een zevende werk aan toe. Het werk dat hij uitkoos was 'de doden begraven'. Het is ontleend aan het Bijbelboek Tobit, waarin naast twee bekende, ook door Christus genoemde werken van barmhartigheid, speciaal de zorg voor de overledenen wordt benadrukt: "Ik gaf brood aan de hongerigen en kleren aan de naakten; als ik het lijk van een volksgenoot buiten de muren van Nineve zag liggen, dan begroef ik het". (Tobit 1,17). In de door pestepidemieën geteisterde middeleeuwen had het moeilijke en gevaarlijke werk van 'doden begraven' immers een bijzondere waarde.
De zeven werken van barmhartigheid zijn tot op de dag van vandaag een bron van inspiratie geweest in tal van kunstwerken en literatuur.

uit wikipedia

A C H T E R G R O N D M A T E R I A A L
zien en onbewogen blijven

wet en barmhartigheid

Vreemdelingenrecht

Volgens de definities van VN zijn vluchtelingen "mensen die gevlucht zijn vanwege vervolging, gebaseerd op ras, religie, nationaliteit, sociale groep of politieke mening". In de praktijk worden alle vluchtelingen door overheden eerst tot "asielzoekers" of "economische vluchtelingen" bestempeld.

Wereldwijd wordt vervolgens slechts een heel klein deel van de asielzoekers erkend als vluchteling die volgens het vluchtelingenverdrag moet worden toegelaten. "Economische vluchtelingen die alleen maar komen voor een beter leven, hoeven we geen verblijfsvergunning te geven", luidt dan de redenering.

Wat houdt de mens in leven... ?

Incident - dialoog in de 2e kamer

Vraag 1.
Kent u het bericht over Somalische asielzoekers die onlangs door Nederland werden uitgezet en kort na hun terugkeer zijn vermoord?

Antwoord.
Ja.
Ik hecht eraan te melden dat deze informatie niet juist is. In het bericht wordt de suggestie gewekt dat een tweetal Somalische vreemdelingen (waarvan één behorende tot een etnische minderheid) door toedoen van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) in mei 2004 in Mogadishu terecht is gekomen. Navraag bij Amnesty International Nederland heeft geleerd dat slechts één van de omgekomen Somalische vreemdelingen door de Nederlandse overheid in oktober 2003 is uitgezet. Deze vreemdeling behoorde tot een meerderheidsgroep en stond bij de IND onder een andere naam geregistreerd.
Vraag 2.
Gaat u een onderzoek instellen naar de oorzaak van het overlijden van de asielzoekers? Zo ja, gaat u zorgdragen voor onafhankelijke onderzoekers? Bent u bereid de Kamer zo spoedig mogelijk te berichten over de uitkomst van het onderzoek?

Antwoord.
Vooralsnog zie ik onvoldoende aanleiding om een dergelijk onderzoek in te stellen. Alleen in uitzonderlijke gevallen ben ik bereid de situatie van betrokkenena terugkeer te onderzoeken, zulks in samenwerking met het Ministerie vanBuitenlandse Zaken. Dit kan alleen op basis van voldoende betrouwbaar enconcreet geachte signalen die bovendien verband houden met feiten en omstandigheden die in de asielrechtelijke procedure van betrokkene inNederland aan de orde zijn geweest. Voor de beslissing om zo'n onderzoek aldan niet in te stellen bestaan geen algemene richtlijnen, omdat het hiergaat om individuele gevallen die onderling sterk kunnen verschillen. Voor het onderhavige geval geldt dat zelfs indien zou blijken dat de betrokken vreemdeling van het leven is beroofd in Mogadishu, er mijns inziens, alleen al vanwege het tijdsverloop tussen de uitzetting en het zich voordoen van het betreurenswaardige feit, geen verband bestaat met het terugkeerbeleid. De betreffende vreemdeling is tijdens zijn uitzetting in het bezit gesteld van een vliegticket waarmee hij het veilige gebied in Somalië kon bereiken. Waarom hij in Mogadishu is uitgestapt of zich later vanuit het veilige gebied naar Mogadishu heeft begeven, is onbekend. Dit alles biedt onvoldoende aanleiding om op grond hiervan een onderzoek in te stellen.

Vreemdeling bij uitzetten steeds gewelddadiger

dinsdag 10 oktober 2006 14:38

Steeds vaker moet de marechaussee mee in het vliegtuig om uitgezette vreemdelingen in bedwang te houden. In 2005 ging het om één op de zes verwijderingen, ruim 2.000 in totaal.

Bij die 2.000 moest de marechaussee in meer dan de helft van de gevallen, 1.152 keer, dwangmiddelen gebruiken, zoals plastic handboeien of banden om de armen.
De cijfers komen van televisieprogramma Netwerk, dat vanavond een uitzending wijdt aan 'het uitzettingsbeleid in de praktijk'. De verslaggever van Netwerk spreekt ook met een voormalig medewerker van de marechaussee.

Handen vol

Volgens de ex-marechaussee zijn de uit te zetten vreemdelingen in veel gevallen moeilijk in bedwang te houden. Ze schoppen of slaan, spugen, smeren zichzelf in met poep of verwonden zichzelf. De marechaussees hebben er hun handen vol aan.
Zo vol dat zij in meer dan de helft van de geëscorteerde uitzettingen besluiten de vlucht af te breken. In 2005 gebeurde dat 2.290 keer. In 220 gevallen besloot de gezagvoerder van de vlucht, op basis van informatie van de marechaussee, de vreemdeling te weigeren.

Volgens woordvoerder Eric Vermeulen van de Koninklijke Marechaussee moeten er doorgaans drie marechaussees mee met één vreemdeling. Vermeulen bevestigt dat de marechausse dwangmiddelen mag gebruiken. 'Maar wij proberen altijd de-escalerend te werk te gaan, en de vreemdelingen zoveel mogelijk gerust te stellen. De procedures liggen vast.'

Door Bas Benneker

Werkwijze uitzetting Schiphol aangepast

Woensdag 29 augustus 2007 - AMSTERDAM - De minimumleeftijd van begeleiders van de Koninklijke Marechaussee die vreemdelingen uitzetten, wordt verhoogd van twintig naar 23 jaar. Het ministerie van Defensie hoopt zo mensen met iets meer levenservaring in te kunnen zetten, die ook meer gezag hebben tegenover autoriteiten in het buitenland.

Minister van Defensie Van Middelkoop reageert met deze eerste maatregel op een gisteren verschenen rapport van de commissie die toezicht houdt op uitzettingen door de marechaussee. Die constateert dat de escorts soms wel erg jong zijn. Ook moeten vreemdelingen soms uren wachten zonder toegang tot een toilet, eten of drinken. Ze raken daardoor volgens de commissie onnodig opstandig en gestresst.

Wel is duidelijk dat er bij de uitzettingen slechts incidenteel te veel geweld wordt gebruikt. De regels zijn niet altijd duidelijk. Als een vreemdeling in het vliegtuig blijft schreeuwen, gebeurt het wel eens dat de escorts van de marechaussee hem met het hoofd tegen de rugleuning van de stoel ervoor duwen om het geluid te dempen. Dat is niet expliciet verboden, maar voor de commissie is het onacceptabel.

Justitie zegt toe vreemdelingen voortaan eten te geven voor ze naar Schiphol gaan. En als ze daar langer moeten wachten dan voorzien, krijgen ze ook daar een maaltijd.

Wanneer neutraliteit een zonde wordt...

Verzet - citaat uit de toespraak van Geert Mak, gehouden op 4 mei 2004

Veel mensen hebben moeten wennen aan het idee van verzet. Het waren brave burgers die er pas gaandeweg van overtuigd raakten dat hier alle grenzen werden overschreden. 'Het algemeen verbreide besef dat je voor geweld niet wijkt maar je ertegen verzet is van nu, van achteraf, niet van toen,' schreef Primo Levi, de grote Italiaanse chroniqueur van de concentratiekampen. En, laten we eerlijk zijn, bij velen is dat besef nooit gekomen. Ze keken niet, of ze keken weg. En ze weigerden dat kwellende dialoog met zichzelf aan te gaan, omdat hun rust, hun loopbaan, en een ordelijk verloop der dingen voor hen zwaarder wogen.

Diezelfde Primo Levi heeft ooit zijn relatie beschreven met een Duitse collegachemicus, waarmee hij in Auschwitz nauw samenwerkte. Ze deden dezelfde proeven, overlegden als gelijken over de vragen van hun vak, en er was maar één verschil tussen beiden: Levi zat 's avonds binnen het prikkeldraad en zijn collega erbuiten. Deze Oberingenieur zei later dat hij van de gaskamers niets had geweten, hij had er nooit iemand naar gevraagd. 'Hij trakteerde zichzelf niet op leugens,' schreef Levi, 'maar op lacunes, blanco spaties.'

De voorbeelden kennen we allemaal, ook uit onze eigen geschiedenis. Ik noem er één. Al voor de oorlog, in februari 1934 werd een jeugdige Duitser, een zekere Herbert Frahm, in Laren opgepakt, toen hij daar met een internationaal gezelschap van vervolgde linkse jongeren bijeen-kwam om een antwoord te zoeken op de almaar toenemende nazi-terreur. Ze werden bij de grens van Zevenaar door de Nederlandse politie keurig aan de Gestapo overgedragen, de meesten verdwenen voorgoed. Blanco spaties. Alleen Herbert Frahm ontsprong de dans, Noorwegen stelde zich voor hem garant, en later zou hij, onder een nieuwgekozen naam, uitgroeien tot een van Europa's grootste staatslieden: Willy Brandt.

Barmhartigheid en de binding aan een groep

Onbarmhartigheid en het geweten van Eichmann; Hannah Arendt

Hannah Arendt schrijft in haar boek Eichmann in Jerusalem over de schokkende gewoonheid van de ambtelijke baas van de Jodentransporten. Die zag en wist alles, maar bleef onbewogen en effectief de mensen die buiten de orde waren verklaard transporteren naar de vernietingsplekken.

Behalve een ongewone ijver om alles te doen wat bevorderlijk kon zijn voor zijn carrière bezat hij [Eichmann] in het geheel geen motieven. En ook deze ijver was op zichzelf nog geenszins misdadig; hij zou beslist nooit een van zijn superieuren hebben vermoord om op diens stoel te komen. [...] Hij was niet dom. Het was in zekere zin pure gedachteloosheid – heel iets anders dan domheid – die hem ervoor predisponeerde een van de grootste misdadigers van zijn tijd te worden.”

Arendt vraagt zich af of Eichmann last had van zijn geweten of zich voor die stem van het geweten afsloot. Zij komt tot de conclusie dat Eichmann de stem van zijn geweten had vervangen door de stem van zijn opdrachtgevers. Hij verkeerde in een toestand waarbij "de stem van het geweten in hem precies zo sprak als de stem van het Duitse establishment". Dat was precies zoals dat Duitse establishment het wilde. Ze verwijst naar de beruchte toespraken die Himmler in oktober 1943 in Posen hield voor hooggeplaatste SS'ers en nazi's. Himmler hield de aanwezigen voor: “dat de jodenuitroeiing een geweldige, unieke taak was die zware eisen aan hen stelde; dat ze verre van gemene boeven, geboren sadisten of anderszins perverse figuren waren, maar normale mensen".

Dat heeft Eichmann geloofd – meent Arendt. En daarmee werd de zwaarte van de taak van de dader het object van erbarmen. Het springende punt is niet zozeer dat Schreibtischtäter als Eichmann “hun 'normale geweten' het zwijgen kunnen opleggen, als wel hoe men hen kon bevrijden van de 'animalische Mitleids-reacties' die vrijwel elk normaal mens bij de aanblik van fysiek lijden te zien geeft."

Dat medelijden in statu nascendi werd door Himmler "als het ware in omgekeerde richting gestuurd en in plaats van op anderen op de eigen persoon gericht; zodat een moordenaar, wanneer hij weer eens de gruwelijkheid van zijn daden besefte, niet meer [dacht]: wat doe ik eigenlijk?!, maar: Wat ik bij de vervulling van mijn verschrikkelijke plicht niet allemaal moet doorstaan". Medelijden wordt zelfmedelijden – (mede)lijden voor de goede zaak van de machthebbers.

De man die alles zag