donderdag 8 november 2007

Brief aan de leden van de Vaste Kamercommissie voor Justitie en Vreemdelingenzaken

Aan: de leden van de Vaste Kamercommissie voor Justitie en Vreemdelingenzaken
Postbus 20018, 2500 EA ’s Gravenhage

c.c. mevr. Drs. N. Albayrak, Staatssecretaris

Schiedam, 8 november 2007

Zeer geachte leden van de Vaste Kamercommissie,

Naar aanleiding van onze wake in oktober bij de detentieboot in de Merwehaven Rotterdam/Schiedam merken we op:
volgens de wet moet vreemdelingenbewaring aan twee belangrijke voorwaarden voldoen:
· Er dient sprake te zijn van concreet zicht te zijn op uitzetting
· De openbare orde of nationale veiligheid is in het geding.
Op uitzetting is voor de meeste gedetineerden aan boord geen enkel zicht. Personen die langer dan drie maanden in bewaring zijn gehouden hebben uiteindelijk minder dan 20% kans te kunnen worden uitgezet. Na zes maanden is de kans op uitzetting, al dan niet vrijwillig, vrijwel nihil. Resultaat: uiteindelijk rest er geen andere optie dan de bewaring op te heffen. Personen worden geklinkerd – met grote kans na enige tijd weer te worden opgepakt en voor maanden te worden vastgezet. Op grond van artikel 5 van het Europees verdrag voor de Rechten van de Mens is detentie van illegale vreemdelingen niet rechtmatig als er binnen afzienbare tijd geen redelijk zicht op uitzetting bestaat. Desondanks is Nederland een van de weinige Europese landen waar de maximale duur van vreemdelingenbewaring niet wettelijk is vastgelegd, met als gevolg dat een hechtenis van 16 – 20 maanden al lang geen uitzondering meer is! Hier komt geen rechter met vonnis aan te pas. Deze vrijheidsberoving geldt als een administratieve maatregel en valt onder het bestuursrecht. Dit heeft als gevolg dat deze mensen, die strafrechterlijk gezien niets hebben misdaan, voor onbepaalde duur worden vastgezet, in slechtere omstandigheden dan criminelen die wel een vonnis hebben gekregen en weten waar ze aan toe zijn. De onzekerheid waaraan mensen zoals in de detentieboten zijn onderworpen is voor velen van hen ziekmakend, traumatiserend. Het besef niets verkeerds gedaan te hebben en toch vast gezet zijn geeft deze vreemdelingen een gevoel van verongelijkt zijn, dat een bron van haatgevoelens kan worden tegen alles wat Nederlands is.
De omstandigheden zijn ook ziekmakend: met meerderen op een cel zonder privacy van toilet of douche. Voor veel vreemdelingen zijn de omstandigheden ook wezensvreemd: een boot op water die beweegt wanneer het hard waait en mensen zeeziek maakt, maar wat nog erger is: heel bang.

Ultima ratio
Vreemdelingenbewaring dient als ultima ratio – dit betekent dat de vreemdeling niet verder in zijn vrijheid en rechten beperkt mag worden dan door het doel van de maatregel – uitzetting – gerechtvaardigd is. Dit beginsel van minimale beperkingen staat in de Grondwet (art.15, lid 4), het Vreemdelingenbesluit van 2000 (art. 5.4) en in verklaringen en resoluties van de Raad van Europa.
In 1980 waren voor dit doel in ons land 45 politiecellen gereserveerd. Nu kennen we bijna 5.000 plaatsen voor vreemdelingenbewaring, met een véél langere duur van de vrijheidsberoving zonder vooruitzicht van uitzetting. Onlangs (15 oktober j.l.) vermeldde het dagblad Trouw naar aanleiding van de nieuwe gevangenis voor vreemdelingen in Alphen aan de Rijn, dat er een inspanningsverplichting tot aanhouding van vreemdelingen van 12.000 personen op jaarbasis is afgesproken.
Dit is volslagen in strijd met het beginsel van ultima ratio, minimale beperkingen.
Wij doe een dringend beroep op u om concreet terug te keren naar de uitgangspunten van het Vreemdelingenrecht . De huidige politieke situatie leidt alleen maar tot verliezers. Dat zijn allereerst de mensen in detentie, maar dat zijn wij ook als inwoners van dit land – waar dit beleid niet leidt tot trots maar schaamte.

Ook pleiten wij opnieuw voor goed toegankelijke rechtsbijstand voor alle vreemdelingen in detentie. Het zou in de gegeven situatie al een belangrijke stap vooruit zijn wanneer er in alle UZC’s wekelijks een spreekuur werd gehouden voor deze doelgroep – een laagdrempelig juridisch loket . Gelukkig is er wat beweging in deze zaak. De Raad van Rechtsbijstand werkt aan uitvoering van de instelling van juridische loketten. We dringen wel aan op voortvarendheid met het invoeren van deze spreekuren. Immers, deze vreemdelingen behoren tot de meest kwetsbare groep rechtzoekenden.

Zolang de huidige situatie voortduurt en er detentieboten in de Merwehaven van Rotterdam/Schiedam liggen ziet de Raad van Kerken Schiedam zich genoodzaakt om haar maandelijkse wakes bij de boten vol te houden. Deze wakes, waaraan mensen uit allerlei kerken, politieke partijen en maatschappelijke organisaties aan deelnemen, vinden elke derde zondag van de maand plaats, tussen 19.00 en 19.40 uur. Ook uw aanwezigheid wordt zeer op prijs gesteld! Deze wakes gelden voor ons als:
· signaal van bemoediging aan de vreemdelingen in bewaring: jullie worden niet vergeten
· een wake als manier om de mensen in ons land wakker te schudden: zien jullie wat hier gebeurt?!
· middel om de aandacht te vragen van alle mensen uit de regering en politiek, met name van staatssecretaris mevr. N. Albayrak, maar ook van u als Vaste Kamercommissie. Wij kunnen aandacht vragen – maar het is uw verantwoordelijkheid om aan deze mensonwaardige situatie snel een einde te maken. In ons land moeten we op een andere, menswaardige, manier omgaan met de opvang voor illegale en uitgeprocedeerde asielzoekers.
· middel om te doen wat wij kunnen doen: de mensen in de boten steunen en blijvend aandacht vragen voor deze beschamende situatie bij onze stadgenoten
· en om op te komen voor de kwaliteit van onze samenleving. Wanneer deze vormen van detentie blijven, zal dit ten koste gaan van de ziel, de kwaliteit van onze samenleving.

In afwachting van uw reactie en met vriendelijke groet
namens de Raad van Kerken Schiedam en alle deelnemers aan bovengenoemde wake
de pastores Jan Jetse Bol, Lidwien Meijer, Willem van Wieren



Een afschrift van deze brief is ook gestuurd naar
· alle leden van de Raad van Kerken Schiedam
· Raad van Kerken in Nederland
· Wakers bij de detentieboten
· mevr. W. Verver – Aartsen, burgemeester te Schiedam
· dhr. I. Opstelten, burgemeester te Rotterdam
· ds. J. D. W. Eerbeek, hoofdpredikant dienst justitiële inrichtingen
· de dienst geestelijk verzorging op de detentieboot
· Amnesty International Nederland en afdeling Schiedam
· HOEKGROEP Schiedam
· de heer P. H. de Vries, G. -C. W. Rotterdam
· Stichting VluchtelingenWerk Maasdelta, afd. Schiedam
· Politieke partijen in de gemeenteraad te Schiedam en te Rotterdam



Correspondentieadres: ds. W. R. van Wieren, Koggeschip 70, 3123 BK Schiedam

Geen opmerkingen:

A C H T E R G R O N D M A T E R I A A L
zien en onbewogen blijven

wet en barmhartigheid

Vreemdelingenrecht

Volgens de definities van VN zijn vluchtelingen "mensen die gevlucht zijn vanwege vervolging, gebaseerd op ras, religie, nationaliteit, sociale groep of politieke mening". In de praktijk worden alle vluchtelingen door overheden eerst tot "asielzoekers" of "economische vluchtelingen" bestempeld.

Wereldwijd wordt vervolgens slechts een heel klein deel van de asielzoekers erkend als vluchteling die volgens het vluchtelingenverdrag moet worden toegelaten. "Economische vluchtelingen die alleen maar komen voor een beter leven, hoeven we geen verblijfsvergunning te geven", luidt dan de redenering.

Wat houdt de mens in leven... ?

Incident - dialoog in de 2e kamer

Vraag 1.
Kent u het bericht over Somalische asielzoekers die onlangs door Nederland werden uitgezet en kort na hun terugkeer zijn vermoord?

Antwoord.
Ja.
Ik hecht eraan te melden dat deze informatie niet juist is. In het bericht wordt de suggestie gewekt dat een tweetal Somalische vreemdelingen (waarvan één behorende tot een etnische minderheid) door toedoen van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) in mei 2004 in Mogadishu terecht is gekomen. Navraag bij Amnesty International Nederland heeft geleerd dat slechts één van de omgekomen Somalische vreemdelingen door de Nederlandse overheid in oktober 2003 is uitgezet. Deze vreemdeling behoorde tot een meerderheidsgroep en stond bij de IND onder een andere naam geregistreerd.
Vraag 2.
Gaat u een onderzoek instellen naar de oorzaak van het overlijden van de asielzoekers? Zo ja, gaat u zorgdragen voor onafhankelijke onderzoekers? Bent u bereid de Kamer zo spoedig mogelijk te berichten over de uitkomst van het onderzoek?

Antwoord.
Vooralsnog zie ik onvoldoende aanleiding om een dergelijk onderzoek in te stellen. Alleen in uitzonderlijke gevallen ben ik bereid de situatie van betrokkenena terugkeer te onderzoeken, zulks in samenwerking met het Ministerie vanBuitenlandse Zaken. Dit kan alleen op basis van voldoende betrouwbaar enconcreet geachte signalen die bovendien verband houden met feiten en omstandigheden die in de asielrechtelijke procedure van betrokkene inNederland aan de orde zijn geweest. Voor de beslissing om zo'n onderzoek aldan niet in te stellen bestaan geen algemene richtlijnen, omdat het hiergaat om individuele gevallen die onderling sterk kunnen verschillen. Voor het onderhavige geval geldt dat zelfs indien zou blijken dat de betrokken vreemdeling van het leven is beroofd in Mogadishu, er mijns inziens, alleen al vanwege het tijdsverloop tussen de uitzetting en het zich voordoen van het betreurenswaardige feit, geen verband bestaat met het terugkeerbeleid. De betreffende vreemdeling is tijdens zijn uitzetting in het bezit gesteld van een vliegticket waarmee hij het veilige gebied in Somalië kon bereiken. Waarom hij in Mogadishu is uitgestapt of zich later vanuit het veilige gebied naar Mogadishu heeft begeven, is onbekend. Dit alles biedt onvoldoende aanleiding om op grond hiervan een onderzoek in te stellen.

Vreemdeling bij uitzetten steeds gewelddadiger

dinsdag 10 oktober 2006 14:38

Steeds vaker moet de marechaussee mee in het vliegtuig om uitgezette vreemdelingen in bedwang te houden. In 2005 ging het om één op de zes verwijderingen, ruim 2.000 in totaal.

Bij die 2.000 moest de marechaussee in meer dan de helft van de gevallen, 1.152 keer, dwangmiddelen gebruiken, zoals plastic handboeien of banden om de armen.
De cijfers komen van televisieprogramma Netwerk, dat vanavond een uitzending wijdt aan 'het uitzettingsbeleid in de praktijk'. De verslaggever van Netwerk spreekt ook met een voormalig medewerker van de marechaussee.

Handen vol

Volgens de ex-marechaussee zijn de uit te zetten vreemdelingen in veel gevallen moeilijk in bedwang te houden. Ze schoppen of slaan, spugen, smeren zichzelf in met poep of verwonden zichzelf. De marechaussees hebben er hun handen vol aan.
Zo vol dat zij in meer dan de helft van de geëscorteerde uitzettingen besluiten de vlucht af te breken. In 2005 gebeurde dat 2.290 keer. In 220 gevallen besloot de gezagvoerder van de vlucht, op basis van informatie van de marechaussee, de vreemdeling te weigeren.

Volgens woordvoerder Eric Vermeulen van de Koninklijke Marechaussee moeten er doorgaans drie marechaussees mee met één vreemdeling. Vermeulen bevestigt dat de marechausse dwangmiddelen mag gebruiken. 'Maar wij proberen altijd de-escalerend te werk te gaan, en de vreemdelingen zoveel mogelijk gerust te stellen. De procedures liggen vast.'

Door Bas Benneker

Werkwijze uitzetting Schiphol aangepast

Woensdag 29 augustus 2007 - AMSTERDAM - De minimumleeftijd van begeleiders van de Koninklijke Marechaussee die vreemdelingen uitzetten, wordt verhoogd van twintig naar 23 jaar. Het ministerie van Defensie hoopt zo mensen met iets meer levenservaring in te kunnen zetten, die ook meer gezag hebben tegenover autoriteiten in het buitenland.

Minister van Defensie Van Middelkoop reageert met deze eerste maatregel op een gisteren verschenen rapport van de commissie die toezicht houdt op uitzettingen door de marechaussee. Die constateert dat de escorts soms wel erg jong zijn. Ook moeten vreemdelingen soms uren wachten zonder toegang tot een toilet, eten of drinken. Ze raken daardoor volgens de commissie onnodig opstandig en gestresst.

Wel is duidelijk dat er bij de uitzettingen slechts incidenteel te veel geweld wordt gebruikt. De regels zijn niet altijd duidelijk. Als een vreemdeling in het vliegtuig blijft schreeuwen, gebeurt het wel eens dat de escorts van de marechaussee hem met het hoofd tegen de rugleuning van de stoel ervoor duwen om het geluid te dempen. Dat is niet expliciet verboden, maar voor de commissie is het onacceptabel.

Justitie zegt toe vreemdelingen voortaan eten te geven voor ze naar Schiphol gaan. En als ze daar langer moeten wachten dan voorzien, krijgen ze ook daar een maaltijd.

Wanneer neutraliteit een zonde wordt...

Verzet - citaat uit de toespraak van Geert Mak, gehouden op 4 mei 2004

Veel mensen hebben moeten wennen aan het idee van verzet. Het waren brave burgers die er pas gaandeweg van overtuigd raakten dat hier alle grenzen werden overschreden. 'Het algemeen verbreide besef dat je voor geweld niet wijkt maar je ertegen verzet is van nu, van achteraf, niet van toen,' schreef Primo Levi, de grote Italiaanse chroniqueur van de concentratiekampen. En, laten we eerlijk zijn, bij velen is dat besef nooit gekomen. Ze keken niet, of ze keken weg. En ze weigerden dat kwellende dialoog met zichzelf aan te gaan, omdat hun rust, hun loopbaan, en een ordelijk verloop der dingen voor hen zwaarder wogen.

Diezelfde Primo Levi heeft ooit zijn relatie beschreven met een Duitse collegachemicus, waarmee hij in Auschwitz nauw samenwerkte. Ze deden dezelfde proeven, overlegden als gelijken over de vragen van hun vak, en er was maar één verschil tussen beiden: Levi zat 's avonds binnen het prikkeldraad en zijn collega erbuiten. Deze Oberingenieur zei later dat hij van de gaskamers niets had geweten, hij had er nooit iemand naar gevraagd. 'Hij trakteerde zichzelf niet op leugens,' schreef Levi, 'maar op lacunes, blanco spaties.'

De voorbeelden kennen we allemaal, ook uit onze eigen geschiedenis. Ik noem er één. Al voor de oorlog, in februari 1934 werd een jeugdige Duitser, een zekere Herbert Frahm, in Laren opgepakt, toen hij daar met een internationaal gezelschap van vervolgde linkse jongeren bijeen-kwam om een antwoord te zoeken op de almaar toenemende nazi-terreur. Ze werden bij de grens van Zevenaar door de Nederlandse politie keurig aan de Gestapo overgedragen, de meesten verdwenen voorgoed. Blanco spaties. Alleen Herbert Frahm ontsprong de dans, Noorwegen stelde zich voor hem garant, en later zou hij, onder een nieuwgekozen naam, uitgroeien tot een van Europa's grootste staatslieden: Willy Brandt.

Barmhartigheid en de binding aan een groep

Onbarmhartigheid en het geweten van Eichmann; Hannah Arendt

Hannah Arendt schrijft in haar boek Eichmann in Jerusalem over de schokkende gewoonheid van de ambtelijke baas van de Jodentransporten. Die zag en wist alles, maar bleef onbewogen en effectief de mensen die buiten de orde waren verklaard transporteren naar de vernietingsplekken.

Behalve een ongewone ijver om alles te doen wat bevorderlijk kon zijn voor zijn carrière bezat hij [Eichmann] in het geheel geen motieven. En ook deze ijver was op zichzelf nog geenszins misdadig; hij zou beslist nooit een van zijn superieuren hebben vermoord om op diens stoel te komen. [...] Hij was niet dom. Het was in zekere zin pure gedachteloosheid – heel iets anders dan domheid – die hem ervoor predisponeerde een van de grootste misdadigers van zijn tijd te worden.”

Arendt vraagt zich af of Eichmann last had van zijn geweten of zich voor die stem van het geweten afsloot. Zij komt tot de conclusie dat Eichmann de stem van zijn geweten had vervangen door de stem van zijn opdrachtgevers. Hij verkeerde in een toestand waarbij "de stem van het geweten in hem precies zo sprak als de stem van het Duitse establishment". Dat was precies zoals dat Duitse establishment het wilde. Ze verwijst naar de beruchte toespraken die Himmler in oktober 1943 in Posen hield voor hooggeplaatste SS'ers en nazi's. Himmler hield de aanwezigen voor: “dat de jodenuitroeiing een geweldige, unieke taak was die zware eisen aan hen stelde; dat ze verre van gemene boeven, geboren sadisten of anderszins perverse figuren waren, maar normale mensen".

Dat heeft Eichmann geloofd – meent Arendt. En daarmee werd de zwaarte van de taak van de dader het object van erbarmen. Het springende punt is niet zozeer dat Schreibtischtäter als Eichmann “hun 'normale geweten' het zwijgen kunnen opleggen, als wel hoe men hen kon bevrijden van de 'animalische Mitleids-reacties' die vrijwel elk normaal mens bij de aanblik van fysiek lijden te zien geeft."

Dat medelijden in statu nascendi werd door Himmler "als het ware in omgekeerde richting gestuurd en in plaats van op anderen op de eigen persoon gericht; zodat een moordenaar, wanneer hij weer eens de gruwelijkheid van zijn daden besefte, niet meer [dacht]: wat doe ik eigenlijk?!, maar: Wat ik bij de vervulling van mijn verschrikkelijke plicht niet allemaal moet doorstaan". Medelijden wordt zelfmedelijden – (mede)lijden voor de goede zaak van de machthebbers.

De man die alles zag