zondag 24 februari 2008

Wie hielp de stervende illegaal?

Vrij Nederland 16-02-2008
Door Robert van de Griend

Vorige week maandag kwamen bij de Tweede Kamerfractie van de SP twee
verontruste telefoontjes binnen. Gevangenen op de Rotterdamse
detentieboot, waar illegale vreemdelingen vastzitten in afwachting van hun
uitzetting, meldden dat een afdelingsgenoot een dag eerder onder dubieuze
omstandigheden was gestorven. De zesenveertigjarige man, vermoedelijk een
Algerijn, zou na klachten over pijn in zijn hart van de medische dienst
hoestdrank en spierzalf hebben gekregen. Daarna zou het bergafwaarts met
hem zijn gegaan. Om een uur ’s nachts was hij dood.

‘Zijn medegevangenen hebben ons verteld,’ zegt Justitiewoordvoerder Krista
van Velzen van de SP, ‘dat ze op de deur hebben gebonkt en door de
intercom hebben geroepen toen ze merkten dat het steeds slechter met hem
ging. Daar kwam geen reactie op. Pas twee uur nadat de man was overleden,
zou er iemand zijn komen kijken.’ De SP heeft Kamervragen gesteld.
Activisten hielden afgelopen zondag een lawaaidemonstratie bij de boot.

Als het klopt dat de gevangene medische zorg is onthouden, komt dat voor
Justitie op een extra pijnlijk moment. Twee weken geleden publiceerde het
Europese Comité ter Voorkoming van Foltering en Onmenselijke Behandeling
en Bestraffing (CPT) een kritisch rapport over de Rotterdamse bajesboot.
Het Comité toont zich er bezorgd over dat daar ’s nachts geen artsen of
verpleegkundigen beschikbaar zijn. Ook de behandeling van gevangenen met
psychische klachten moet volgens het CPT worden verbeterd.

De helft van het bewakingspersoneel, dat niet is in dienst van Justitie,
maar van het particuliere beveiligingsbedrijf Securicor, is naar de
maatstaven van het Comité onvoldoende opgeleid om ander werk te doen dan
‘passieve beveiligingstaken’. Eindconclusie van het CPT: de detentieboot
moet zo snel mogelijk worden gesloten.

In een reactie op het rapport deed het ministerie van Justitie een
persbericht de deur uit met de kop: ‘Geen aanwijzingen slechte behandeling
gedetineerden’. Minister Hirsch Ballin schreef in een brief aan de Kamer
dat het gebruik van de detentieboot medio 2009 zal worden beëindigd.
Staatssecretaris Albayrak zei afgelopen vrijdag in een debat dat misschien
nog dit jaar tot sluiting kan worden over gegaan, mits dit op ‘financieel
verantwoorde wijze mogelijk is’.

Schouwarts
De Est Andres Lehtmets is arts en hoofd van de CPT-delegatie die Nederland
bezocht. Lehtmets noemt het ‘treurig’ dat zo kort na het rapport van zijn
Comité een gevangene op de detentieboot is overleden, maar doet geen
uitspraken over de doodsoorzaak van de man. ‘Hier moet onafhankelijk
onderzoek naar worden gedaan,’ zegt hij. ‘Alleen zo kun je voorkomen dat
het nog een keer gebeurt.’

Het Openbaar Ministerie heeft inmiddels de Rotterdamse politie opdracht
gegeven tot een onderzoek. Een woordvoerder van Justitie liet Vrij
Nederland afgelopen vrijdag weten dat de detentieboot ook zelf een intern
onderzoek zal instellen naar de toedracht van het overlijden, en dat de
uitkomst naar de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) zal worden
gestuurd. In dat geval kunnen vraagtekens worden geplaatst bij de
onafhankelijkheid van het onderzoek.

Daar komt bij dat de IGZ heeft besloten voorlopig geen eigen onderzoek in
te stellen. ‘Uit het verslag van de schouwarts blijkt dat de man een
natuurlijke dood is gestorven,’ zegt woordvoerder Wouter van der Horst.
‘Dan onderneemt de inspectie geen actie.’

Volgens Wil Voogt is dat een ‘abnormale gang van zaken’. Voogt werkte
vijftien jaar als inspecteur Minderheden, Asielzoekers en Illegalen bij de
IGZ. Maart 2007 nam ze ontslag. ‘Dat deze man een natuurlijke dood is
gestorven,’ zegt ze, ‘betekent alleen maar dat hij niet is vergiftigd of
doodgeslagen. Maar dan kan het nog steeds zo zijn dat hij te laat is
geholpen.’ Een verklaring van een schouwarts mag voor de IGZ niet
voldoende zijn om van een eigen onderzoek af te zien, zegt Voogt. ‘In
Amsterdam is er ook een keer een asielzoeker overleden omdat hij niet op
tijd was geholpen, en de ene na de andere stommiteit was uitgehaald. Ik
weet niet of dat hier is gebeurd, maar dáár moet je als Inspectie nu juist
onderzoek naar doen. Wie is als eerste gewaarschuwd? Wie heeft de deur
opengedaan?’

Voogt nam vorig jaar ontslag omdat ze vond dat de IGZ zich de laatste
jaren meer liet leiden door politieke belangen dan door de belangen van
illegalen en asielzoekers. In haar afscheidsspeech haalde ze een voorbeeld
aan.

‘De ochtend na de Schipholbrand stonden we met drie inspecteurs nogal
aangeslagen te overleggen wat ons te doen stond. Dat werd nogal snel van
hogerhand duidelijk gemaakt: daar gaan wij ons niet mee bemoeien, daar
komen maar problemen van. (…) Als het “daar komen maar problemen
van”-criterium in de toekomst gehanteerd wordt, ziet het er voor het
toezicht op zorg in de asiel- en vreemdelingenketen niet zo best uit.’

Of ook nu politieke gevoeligheden in het spel zijn, durft Voogt niet te
zeggen.
Als directeur Frank Diepersloot van FMMU, de maatschappij die de artsen
voor de detentieboot levert, wordt gevraagd naar de doodsoorzaak van de
gevangene, zegt hij aanvankelijk: ‘Wij zijn er niet bij geweest. Dat wij
niet gewaarschuwd zijn, is in elk geval een punt.’ Maar in een tweede
gesprek zegt hij: ‘Er zijn geen aanwijzingen dat er fouten zijn gemaakt.
Maar over het waarom kan ik niets vertellen.’

De medische zorg op de detentieboot is al vanaf de opening van de
gevangenis onderwerp van discussie. De Inspectie voor de Gezondheidszorg
en de Raad voor Straf¬rechts¬toepassing en Jeugdbescherming publiceerden
in 2005 alarmerende rapporten. Vrij Nederland ondervond tijdens een
verblijf op de boot in 2006 dat het dagen kon duren voordat zieke
gevangenen een arts te zien kregen en dat zelfs een pijnstiller soms uren
op zich liet wachten.

Niettemin meldde de Inspectie voor de Sanctietoepassing september vorig
jaar dat op het gebied van medische zorg veel was verbeterd.

Klik hier om het verhaal te lezen op de website van Vrij Nederland
http://www9.vn.nl/Verhalen/Dossiers/DossierDetentieboot/ArtikelDetentieboot/WieHielpDeStervendeIllegaal.htm

Volgens een artikel in Trouw van 10 februari is de naam van het
slachtoffer: Rachid Abdelsalam. Volgens de Rotterdamse burgemeester
Opstelten is het stoffelijk overschot op verzoek van de familie op 8
februari overgevlogen naar Algerije.

Zware kritiek van Europees Comité op Nederlandse vreemdelingendetentie

Het Comité ter Voorkoming van Foltering van de Raad van Europa, het CPT,
heeft zware kritiek op de praktijk van de vreemdelingendetentie in
Nederland. In juni 2007 bezocht dit comité drie Nederlandse
vreemdelingengevangenissen. Begin februari dit jaar stuurde het een
rapport naar de Nederlandse regering met zijn conclusies. Volgens het CPT
moeten de detentieboten direct dicht.

Het CPT staat voor: European Committee for the Prevention of Torture and
Inhuman or Degrading Treatment or Punishment. Dit gezaghebbende comité van
de Raad van Europa controleert het antifolterverdrag van de VN: Convention
against Torture and Other Cruel, Inhuman or Degrading Treatment or
Punishment (Convention against Torture) uit 1984 (3). Het verdrag probeert
te voorkomen dat overheden hun gevangenen slecht behandelen.

De conclusies van het CPT over vreemdelingengevangenissen in Nederland
zijn (1):

1. Nederland moet direct (at the earliest opportunity) stoppen met
vreemdelingendetentie op boten.

2. Nederland zou voor vreemdelingendetentie een maximum tijd (absolute
time limit) moeten vaststellen.

3. De gezondheidszorg moet beter.

4. Het huis van bewaringsregiem, waarbij gevangenen vaak 21 uur per dag op
cel zitten, is te streng voor vreemdelingenbewaring.

5. Opsluiten in isolatiecel zou alleen bij hoge uitzondering en slechts
voor enkele uren mogen plaatsvinden.
§ 69. The CPT is seriously concerned by the practice of restraining
detainees in isolation for lengthy periods without medical justification;
such a practice could very well be considered as ill-treatment.

6. De opleiding van het personeel is ontoereikend.
§ 67 (..) In the CPT’s view, that training is insufficient to enable such
staff to undertake other than passive security duties, thus reinforcing
the carceral atmosphere already very evident on the boats.

7. De mogelijkheden tot telefoneren en het ontvangen van bezoek zouden
uitgebreid moeten worden.

Minister Hirsch Ballin reageerde met een brief aan de Tweede Kamer van 29
januari 2008 (2). Hij legt het dringende verzoek van het CPT te stoppen
met detentie in boten botweg naast zich neer. De boten in Zaandam doopt
hij om tot ‘detentieplatforms’. Hij ontkent dat de boten te vochtig zijn,
zoals het CPT stelt. Of dat de opleiding voor het personeel niet
toereikend is. Andere aanbevelingen van het CPT neemt hij ‘in overweging’.

Lees verder
1. CPT rapport - fragmenten vreemdelingendetentie
2. CPT rapport - reactie regering
3. Overzicht vreemdelingendetentie en mensenrechtenverdragen - van Amnesty
International.

Deze artikelen/rapport staan op www.schipholwakes.nl op de pagina
'achtergrondinformatie':
http://schipholwakes.nl/achtergrondinformatie-schipholwakes.htm
A C H T E R G R O N D M A T E R I A A L
zien en onbewogen blijven

wet en barmhartigheid

Vreemdelingenrecht

Volgens de definities van VN zijn vluchtelingen "mensen die gevlucht zijn vanwege vervolging, gebaseerd op ras, religie, nationaliteit, sociale groep of politieke mening". In de praktijk worden alle vluchtelingen door overheden eerst tot "asielzoekers" of "economische vluchtelingen" bestempeld.

Wereldwijd wordt vervolgens slechts een heel klein deel van de asielzoekers erkend als vluchteling die volgens het vluchtelingenverdrag moet worden toegelaten. "Economische vluchtelingen die alleen maar komen voor een beter leven, hoeven we geen verblijfsvergunning te geven", luidt dan de redenering.

Wat houdt de mens in leven... ?

Incident - dialoog in de 2e kamer

Vraag 1.
Kent u het bericht over Somalische asielzoekers die onlangs door Nederland werden uitgezet en kort na hun terugkeer zijn vermoord?

Antwoord.
Ja.
Ik hecht eraan te melden dat deze informatie niet juist is. In het bericht wordt de suggestie gewekt dat een tweetal Somalische vreemdelingen (waarvan één behorende tot een etnische minderheid) door toedoen van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) in mei 2004 in Mogadishu terecht is gekomen. Navraag bij Amnesty International Nederland heeft geleerd dat slechts één van de omgekomen Somalische vreemdelingen door de Nederlandse overheid in oktober 2003 is uitgezet. Deze vreemdeling behoorde tot een meerderheidsgroep en stond bij de IND onder een andere naam geregistreerd.
Vraag 2.
Gaat u een onderzoek instellen naar de oorzaak van het overlijden van de asielzoekers? Zo ja, gaat u zorgdragen voor onafhankelijke onderzoekers? Bent u bereid de Kamer zo spoedig mogelijk te berichten over de uitkomst van het onderzoek?

Antwoord.
Vooralsnog zie ik onvoldoende aanleiding om een dergelijk onderzoek in te stellen. Alleen in uitzonderlijke gevallen ben ik bereid de situatie van betrokkenena terugkeer te onderzoeken, zulks in samenwerking met het Ministerie vanBuitenlandse Zaken. Dit kan alleen op basis van voldoende betrouwbaar enconcreet geachte signalen die bovendien verband houden met feiten en omstandigheden die in de asielrechtelijke procedure van betrokkene inNederland aan de orde zijn geweest. Voor de beslissing om zo'n onderzoek aldan niet in te stellen bestaan geen algemene richtlijnen, omdat het hiergaat om individuele gevallen die onderling sterk kunnen verschillen. Voor het onderhavige geval geldt dat zelfs indien zou blijken dat de betrokken vreemdeling van het leven is beroofd in Mogadishu, er mijns inziens, alleen al vanwege het tijdsverloop tussen de uitzetting en het zich voordoen van het betreurenswaardige feit, geen verband bestaat met het terugkeerbeleid. De betreffende vreemdeling is tijdens zijn uitzetting in het bezit gesteld van een vliegticket waarmee hij het veilige gebied in Somalië kon bereiken. Waarom hij in Mogadishu is uitgestapt of zich later vanuit het veilige gebied naar Mogadishu heeft begeven, is onbekend. Dit alles biedt onvoldoende aanleiding om op grond hiervan een onderzoek in te stellen.

Vreemdeling bij uitzetten steeds gewelddadiger

dinsdag 10 oktober 2006 14:38

Steeds vaker moet de marechaussee mee in het vliegtuig om uitgezette vreemdelingen in bedwang te houden. In 2005 ging het om één op de zes verwijderingen, ruim 2.000 in totaal.

Bij die 2.000 moest de marechaussee in meer dan de helft van de gevallen, 1.152 keer, dwangmiddelen gebruiken, zoals plastic handboeien of banden om de armen.
De cijfers komen van televisieprogramma Netwerk, dat vanavond een uitzending wijdt aan 'het uitzettingsbeleid in de praktijk'. De verslaggever van Netwerk spreekt ook met een voormalig medewerker van de marechaussee.

Handen vol

Volgens de ex-marechaussee zijn de uit te zetten vreemdelingen in veel gevallen moeilijk in bedwang te houden. Ze schoppen of slaan, spugen, smeren zichzelf in met poep of verwonden zichzelf. De marechaussees hebben er hun handen vol aan.
Zo vol dat zij in meer dan de helft van de geëscorteerde uitzettingen besluiten de vlucht af te breken. In 2005 gebeurde dat 2.290 keer. In 220 gevallen besloot de gezagvoerder van de vlucht, op basis van informatie van de marechaussee, de vreemdeling te weigeren.

Volgens woordvoerder Eric Vermeulen van de Koninklijke Marechaussee moeten er doorgaans drie marechaussees mee met één vreemdeling. Vermeulen bevestigt dat de marechausse dwangmiddelen mag gebruiken. 'Maar wij proberen altijd de-escalerend te werk te gaan, en de vreemdelingen zoveel mogelijk gerust te stellen. De procedures liggen vast.'

Door Bas Benneker

Werkwijze uitzetting Schiphol aangepast

Woensdag 29 augustus 2007 - AMSTERDAM - De minimumleeftijd van begeleiders van de Koninklijke Marechaussee die vreemdelingen uitzetten, wordt verhoogd van twintig naar 23 jaar. Het ministerie van Defensie hoopt zo mensen met iets meer levenservaring in te kunnen zetten, die ook meer gezag hebben tegenover autoriteiten in het buitenland.

Minister van Defensie Van Middelkoop reageert met deze eerste maatregel op een gisteren verschenen rapport van de commissie die toezicht houdt op uitzettingen door de marechaussee. Die constateert dat de escorts soms wel erg jong zijn. Ook moeten vreemdelingen soms uren wachten zonder toegang tot een toilet, eten of drinken. Ze raken daardoor volgens de commissie onnodig opstandig en gestresst.

Wel is duidelijk dat er bij de uitzettingen slechts incidenteel te veel geweld wordt gebruikt. De regels zijn niet altijd duidelijk. Als een vreemdeling in het vliegtuig blijft schreeuwen, gebeurt het wel eens dat de escorts van de marechaussee hem met het hoofd tegen de rugleuning van de stoel ervoor duwen om het geluid te dempen. Dat is niet expliciet verboden, maar voor de commissie is het onacceptabel.

Justitie zegt toe vreemdelingen voortaan eten te geven voor ze naar Schiphol gaan. En als ze daar langer moeten wachten dan voorzien, krijgen ze ook daar een maaltijd.

Wanneer neutraliteit een zonde wordt...

Verzet - citaat uit de toespraak van Geert Mak, gehouden op 4 mei 2004

Veel mensen hebben moeten wennen aan het idee van verzet. Het waren brave burgers die er pas gaandeweg van overtuigd raakten dat hier alle grenzen werden overschreden. 'Het algemeen verbreide besef dat je voor geweld niet wijkt maar je ertegen verzet is van nu, van achteraf, niet van toen,' schreef Primo Levi, de grote Italiaanse chroniqueur van de concentratiekampen. En, laten we eerlijk zijn, bij velen is dat besef nooit gekomen. Ze keken niet, of ze keken weg. En ze weigerden dat kwellende dialoog met zichzelf aan te gaan, omdat hun rust, hun loopbaan, en een ordelijk verloop der dingen voor hen zwaarder wogen.

Diezelfde Primo Levi heeft ooit zijn relatie beschreven met een Duitse collegachemicus, waarmee hij in Auschwitz nauw samenwerkte. Ze deden dezelfde proeven, overlegden als gelijken over de vragen van hun vak, en er was maar één verschil tussen beiden: Levi zat 's avonds binnen het prikkeldraad en zijn collega erbuiten. Deze Oberingenieur zei later dat hij van de gaskamers niets had geweten, hij had er nooit iemand naar gevraagd. 'Hij trakteerde zichzelf niet op leugens,' schreef Levi, 'maar op lacunes, blanco spaties.'

De voorbeelden kennen we allemaal, ook uit onze eigen geschiedenis. Ik noem er één. Al voor de oorlog, in februari 1934 werd een jeugdige Duitser, een zekere Herbert Frahm, in Laren opgepakt, toen hij daar met een internationaal gezelschap van vervolgde linkse jongeren bijeen-kwam om een antwoord te zoeken op de almaar toenemende nazi-terreur. Ze werden bij de grens van Zevenaar door de Nederlandse politie keurig aan de Gestapo overgedragen, de meesten verdwenen voorgoed. Blanco spaties. Alleen Herbert Frahm ontsprong de dans, Noorwegen stelde zich voor hem garant, en later zou hij, onder een nieuwgekozen naam, uitgroeien tot een van Europa's grootste staatslieden: Willy Brandt.

Barmhartigheid en de binding aan een groep

Onbarmhartigheid en het geweten van Eichmann; Hannah Arendt

Hannah Arendt schrijft in haar boek Eichmann in Jerusalem over de schokkende gewoonheid van de ambtelijke baas van de Jodentransporten. Die zag en wist alles, maar bleef onbewogen en effectief de mensen die buiten de orde waren verklaard transporteren naar de vernietingsplekken.

Behalve een ongewone ijver om alles te doen wat bevorderlijk kon zijn voor zijn carrière bezat hij [Eichmann] in het geheel geen motieven. En ook deze ijver was op zichzelf nog geenszins misdadig; hij zou beslist nooit een van zijn superieuren hebben vermoord om op diens stoel te komen. [...] Hij was niet dom. Het was in zekere zin pure gedachteloosheid – heel iets anders dan domheid – die hem ervoor predisponeerde een van de grootste misdadigers van zijn tijd te worden.”

Arendt vraagt zich af of Eichmann last had van zijn geweten of zich voor die stem van het geweten afsloot. Zij komt tot de conclusie dat Eichmann de stem van zijn geweten had vervangen door de stem van zijn opdrachtgevers. Hij verkeerde in een toestand waarbij "de stem van het geweten in hem precies zo sprak als de stem van het Duitse establishment". Dat was precies zoals dat Duitse establishment het wilde. Ze verwijst naar de beruchte toespraken die Himmler in oktober 1943 in Posen hield voor hooggeplaatste SS'ers en nazi's. Himmler hield de aanwezigen voor: “dat de jodenuitroeiing een geweldige, unieke taak was die zware eisen aan hen stelde; dat ze verre van gemene boeven, geboren sadisten of anderszins perverse figuren waren, maar normale mensen".

Dat heeft Eichmann geloofd – meent Arendt. En daarmee werd de zwaarte van de taak van de dader het object van erbarmen. Het springende punt is niet zozeer dat Schreibtischtäter als Eichmann “hun 'normale geweten' het zwijgen kunnen opleggen, als wel hoe men hen kon bevrijden van de 'animalische Mitleids-reacties' die vrijwel elk normaal mens bij de aanblik van fysiek lijden te zien geeft."

Dat medelijden in statu nascendi werd door Himmler "als het ware in omgekeerde richting gestuurd en in plaats van op anderen op de eigen persoon gericht; zodat een moordenaar, wanneer hij weer eens de gruwelijkheid van zijn daden besefte, niet meer [dacht]: wat doe ik eigenlijk?!, maar: Wat ik bij de vervulling van mijn verschrikkelijke plicht niet allemaal moet doorstaan". Medelijden wordt zelfmedelijden – (mede)lijden voor de goede zaak van de machthebbers.

De man die alles zag