vrijdag 25 mei 2007

Generaal pardon... en een convenant met de gemeenten - voer voor spoor 1?

Het wringt natuurlijk wel: nu het generaal pardon er door is, zullen de gemeenten de als 'onrechtmatig' geldende noodopvang staken. De VNG formuleert het dilemma als volgt:
Uit de ledenraadpleging (over het convenant met Jusitie) blijkt dat met name de beëindiging van de noodopvang een gevoelig issue is. Het is goed om in de eerste plaats te benadrukken dat ook gemeenten de noodopvang willen beëindigen en dit ook zullen gaan doen. Uiteraard hebben gemeenten wel een zorgplicht voor de mensen die binnen de gemeentegrenzen verblijven.

In Amsterdam leidt dat al tot de conclusie dat in voorkomende gevallen de uitgeprocedeerden toch zullen worden gehuisvest... door de gemeente.
Op de achtergrond hebben de woningcorporaties besloten dat wat hen betreft de mens altijd gaat boven de wet. Een dakloze krijgt een woning - uitgeprocedeerde vreemdeling of niet. Kerken en corporaties... Actief in dat veld is het WoonNetwerk, een groep van progressieve corporatiedirecteuren. Wat is hun inzet op dat punt? Daarover contact gezocht met Jolande Tijhuis. Ik ga dat eens na - wellicht input voor ons stadsdebat (ons spoor 1) over het onderwerp vreemdelingen (en gevangenen). Een oud bericht hierover:
Vijftien woningcorporaties blijven onderdak bieden aan uitgeprocedeerde asielzoekers, zo hebben zij afgesproken. Minister Rita Verdonk had de corporaties gesommeerd daar onmiddellijk mee te stoppen. De vijftien woonbedrijven werken samen in Het WoonNetwerk en beheren, verspreid over het gehele land, gezamenlijk ruim tien procent van alle huurwoningen.
De afspraak woonruimte aan te bieden aan uitgeprocedeerde vluchtelingen, is gemaakt op initiatief van Jolande Tijhuis, directeur van Ieder1 in Deventer. Zij bood vorige week huisvesting aan een Deventer gezin dat op straat stond nadat het moederland Ethiopië weigerde het toe te laten.
Tijhuis bestrijdt dat corporaties illegaal handelen door uitgeprocedeerde asielziekers onderdak te bieden. ,,Als corporatie hebben wij de taak kwetsbare groepen op te vangen.'' Bovendien verhuurt Ieder1 in dit specifieke geval niet direct aan het Ethiopische gezin, maar aan de stichting STAD die in Deventer al enkele jaren uitgeprocedeerde asielzoekers helpt.

donderdag 17 mei 2007

Wake bij detentieboten in de Merwehaven: zondag 20 mei, 19.00 uur.














Elke derde zondag van de maand is er vanuit Schiedam een wake bij de twee detentieboten die sinds 2004-2005 in de Merwehaven liggen. Men houdt deze wake in navolging van de wake bij het uitzetcentrum Zestienhoven, die iedere eerste zondag van de maand plaats vindt.
De detentieboten (‘bajesboten’) in de Merwehaven, zijn een wereld apart. Buitengesloten van de samenleving, wachten mensen, meest illegalen, op het moment dat ze uitgezet worden. De Raad van Kerken Schiedam wil met een wake het Nederlandse uitzetbeleid aan de kaak stellen en de mensen in de boten steunen.

Met gedichten, zang en ervaringsverhalen geeft men uiting aan het ongenoegen en de schaamte over een beleid dat vreemdelingen criminaliseert, vernedert en van hun vrijheid berooft. Twee rooms-katholieke pastores, Jan-Jetse Bol en Lidwien Meijer, en dominee Willem van Wieren leiden om de beurt deze wake.
De eerste wake bij de detentieboten vond plaats op 21 mei 2006. Voor de veertig deelnemers, afkomstig uit Amsterdam, Rotterdam en Schiedam, was het een indringende ervaring, want de gevangenen op de boten reageerden met luid geroep en bedankten de wakers voor hun steun.
Inmiddels zijn er elf waken in Schiedam geweest. Het aantal deelnemers blijft constant.
De wake begint om 19.00 uur. De boten liggen achter de grensflat (Rotterdamsedijk). Na afloop drinken de deelnemers samen koffie in de pastorie van de H. Hartkerk in Schiedam-Zuid.
(RK Diaconie)

woensdag 16 mei 2007

Overleg met Exodus op 14 juni?

Voor een verkennend gesprek met Exodus Nederland is 14 juni waarschijnlijk de beste optie. De datum wordt nog bevestigd door Exodus.
Afhankelijk van de aanwezigheid van onze kant kan het gesprek een ander karakter krijgen: als we met z'n tweeen zijn (Frans en Koos) is het een eerste kennismaking (nuttig), sluiten er meer mensen aan, dan kunnen we het gesprek ook wat breder trekken (nog nuttiger).

dinsdag 15 mei 2007

Contact met Exodus Nederland

Vandaag contact gehad met Robert Prang van Exodus Nederland. Robert gaf aan dat er grote behoefte is in onze regio aan werk in de sfeer van nazorg. Maatjeswerk. Hij is graag bereid om ons te vertellen wat dat werk inhoudt. Als wij dat willen neemt hij Ad de Waard mee die ervaring met dit werk heeft in Krimpen.
Overigens staat Exodus Nederland juist vandaag in de belangstelling: ze hebben de prijs van het Oranjefonds gewonnen (zie de lijst met links).

maandag 14 mei 2007

De eerste bijeenkomst

Vanavond voor het eerst bijeen om een van de werken van barmhartigheid aan te pakken. Start van een beweging...? Beginnen bij de lastigste: het troosten van de gevangenen.

We hebben afgesproken dat we twee sporen gaan volgen:

Het eerste spoor is dat van de gevangenen in de detentieboten. Dat gaat over het troosten van gevangen en brengt ook onze omgang met 'het herbergen van vreemdelingen' in beeld.
Het gaat hier om mensen die zijn opgesloten omwille van een vreemdelingenwetgeving die strijdig is met onze moraliteit. Daarover willen wij een stadsdebat organiseren in de maand oktober. Willem pakt dat op - overlegt met Paul van Mansum over de concrete organisatie.

Het tweede spoor is het troosten van de gevangenen in onze regio.
Wat speelt er eigenlijk? Hoe pakken we het aan? Om daar achter te komen gaan we eerst in gesprek (in juli) met een gevangenispredikant uit de buurt. Daarna in gesprek met de gevangen zelf: wat vinden die ervan? Willem nodigt een gevangenispredikant uit voor een eerste kennismaking.
Frans inventariseert daarnaast wat er aan gevangenissen in onze regio is, wat bijvoorbeeld de stichting Exodus doet, wat de reclassering nog is en doet. Een veldverkenning.

werken van barmhartigheid

De zeven werken van barmhartigheid zijn:

Het voeden van de hongerigen
Het laven van de dorstigen
Het kleden van de naakten
Het begraven van de doden
Het herbergen van vreemdelingen
Het bezoeken van de zieken
Het troosten van de gevangenen

Zes van deze werken zijn gebaseerd op de woorden van Christus volgens het Evangelie volgens Matteüs : "Want Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven, Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven, Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen. Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed, Ik was ziek en gij hebt Mij bezocht, Ik zat in de gevangenis en gij hebt Mij bezocht.'' (Matteus 25, 35-36). Paus Innocentius III (1198-1216) voegde daaraan in het jaar 1207 een zevende werk aan toe. Het werk dat hij uitkoos was 'de doden begraven'. Het is ontleend aan het Bijbelboek Tobit, waarin naast twee bekende, ook door Christus genoemde werken van barmhartigheid, speciaal de zorg voor de overledenen wordt benadrukt: "Ik gaf brood aan de hongerigen en kleren aan de naakten; als ik het lijk van een volksgenoot buiten de muren van Nineve zag liggen, dan begroef ik het". (Tobit 1,17). In de door pestepidemieën geteisterde middeleeuwen had het moeilijke en gevaarlijke werk van 'doden begraven' immers een bijzondere waarde.
De zeven werken van barmhartigheid zijn tot op de dag van vandaag een bron van inspiratie geweest in tal van kunstwerken en literatuur.

uit wikipedia

A C H T E R G R O N D M A T E R I A A L
zien en onbewogen blijven

wet en barmhartigheid

Vreemdelingenrecht

Volgens de definities van VN zijn vluchtelingen "mensen die gevlucht zijn vanwege vervolging, gebaseerd op ras, religie, nationaliteit, sociale groep of politieke mening". In de praktijk worden alle vluchtelingen door overheden eerst tot "asielzoekers" of "economische vluchtelingen" bestempeld.

Wereldwijd wordt vervolgens slechts een heel klein deel van de asielzoekers erkend als vluchteling die volgens het vluchtelingenverdrag moet worden toegelaten. "Economische vluchtelingen die alleen maar komen voor een beter leven, hoeven we geen verblijfsvergunning te geven", luidt dan de redenering.

Wat houdt de mens in leven... ?

Incident - dialoog in de 2e kamer

Vraag 1.
Kent u het bericht over Somalische asielzoekers die onlangs door Nederland werden uitgezet en kort na hun terugkeer zijn vermoord?

Antwoord.
Ja.
Ik hecht eraan te melden dat deze informatie niet juist is. In het bericht wordt de suggestie gewekt dat een tweetal Somalische vreemdelingen (waarvan één behorende tot een etnische minderheid) door toedoen van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) in mei 2004 in Mogadishu terecht is gekomen. Navraag bij Amnesty International Nederland heeft geleerd dat slechts één van de omgekomen Somalische vreemdelingen door de Nederlandse overheid in oktober 2003 is uitgezet. Deze vreemdeling behoorde tot een meerderheidsgroep en stond bij de IND onder een andere naam geregistreerd.
Vraag 2.
Gaat u een onderzoek instellen naar de oorzaak van het overlijden van de asielzoekers? Zo ja, gaat u zorgdragen voor onafhankelijke onderzoekers? Bent u bereid de Kamer zo spoedig mogelijk te berichten over de uitkomst van het onderzoek?

Antwoord.
Vooralsnog zie ik onvoldoende aanleiding om een dergelijk onderzoek in te stellen. Alleen in uitzonderlijke gevallen ben ik bereid de situatie van betrokkenena terugkeer te onderzoeken, zulks in samenwerking met het Ministerie vanBuitenlandse Zaken. Dit kan alleen op basis van voldoende betrouwbaar enconcreet geachte signalen die bovendien verband houden met feiten en omstandigheden die in de asielrechtelijke procedure van betrokkene inNederland aan de orde zijn geweest. Voor de beslissing om zo'n onderzoek aldan niet in te stellen bestaan geen algemene richtlijnen, omdat het hiergaat om individuele gevallen die onderling sterk kunnen verschillen. Voor het onderhavige geval geldt dat zelfs indien zou blijken dat de betrokken vreemdeling van het leven is beroofd in Mogadishu, er mijns inziens, alleen al vanwege het tijdsverloop tussen de uitzetting en het zich voordoen van het betreurenswaardige feit, geen verband bestaat met het terugkeerbeleid. De betreffende vreemdeling is tijdens zijn uitzetting in het bezit gesteld van een vliegticket waarmee hij het veilige gebied in Somalië kon bereiken. Waarom hij in Mogadishu is uitgestapt of zich later vanuit het veilige gebied naar Mogadishu heeft begeven, is onbekend. Dit alles biedt onvoldoende aanleiding om op grond hiervan een onderzoek in te stellen.

Vreemdeling bij uitzetten steeds gewelddadiger

dinsdag 10 oktober 2006 14:38

Steeds vaker moet de marechaussee mee in het vliegtuig om uitgezette vreemdelingen in bedwang te houden. In 2005 ging het om één op de zes verwijderingen, ruim 2.000 in totaal.

Bij die 2.000 moest de marechaussee in meer dan de helft van de gevallen, 1.152 keer, dwangmiddelen gebruiken, zoals plastic handboeien of banden om de armen.
De cijfers komen van televisieprogramma Netwerk, dat vanavond een uitzending wijdt aan 'het uitzettingsbeleid in de praktijk'. De verslaggever van Netwerk spreekt ook met een voormalig medewerker van de marechaussee.

Handen vol

Volgens de ex-marechaussee zijn de uit te zetten vreemdelingen in veel gevallen moeilijk in bedwang te houden. Ze schoppen of slaan, spugen, smeren zichzelf in met poep of verwonden zichzelf. De marechaussees hebben er hun handen vol aan.
Zo vol dat zij in meer dan de helft van de geëscorteerde uitzettingen besluiten de vlucht af te breken. In 2005 gebeurde dat 2.290 keer. In 220 gevallen besloot de gezagvoerder van de vlucht, op basis van informatie van de marechaussee, de vreemdeling te weigeren.

Volgens woordvoerder Eric Vermeulen van de Koninklijke Marechaussee moeten er doorgaans drie marechaussees mee met één vreemdeling. Vermeulen bevestigt dat de marechausse dwangmiddelen mag gebruiken. 'Maar wij proberen altijd de-escalerend te werk te gaan, en de vreemdelingen zoveel mogelijk gerust te stellen. De procedures liggen vast.'

Door Bas Benneker

Werkwijze uitzetting Schiphol aangepast

Woensdag 29 augustus 2007 - AMSTERDAM - De minimumleeftijd van begeleiders van de Koninklijke Marechaussee die vreemdelingen uitzetten, wordt verhoogd van twintig naar 23 jaar. Het ministerie van Defensie hoopt zo mensen met iets meer levenservaring in te kunnen zetten, die ook meer gezag hebben tegenover autoriteiten in het buitenland.

Minister van Defensie Van Middelkoop reageert met deze eerste maatregel op een gisteren verschenen rapport van de commissie die toezicht houdt op uitzettingen door de marechaussee. Die constateert dat de escorts soms wel erg jong zijn. Ook moeten vreemdelingen soms uren wachten zonder toegang tot een toilet, eten of drinken. Ze raken daardoor volgens de commissie onnodig opstandig en gestresst.

Wel is duidelijk dat er bij de uitzettingen slechts incidenteel te veel geweld wordt gebruikt. De regels zijn niet altijd duidelijk. Als een vreemdeling in het vliegtuig blijft schreeuwen, gebeurt het wel eens dat de escorts van de marechaussee hem met het hoofd tegen de rugleuning van de stoel ervoor duwen om het geluid te dempen. Dat is niet expliciet verboden, maar voor de commissie is het onacceptabel.

Justitie zegt toe vreemdelingen voortaan eten te geven voor ze naar Schiphol gaan. En als ze daar langer moeten wachten dan voorzien, krijgen ze ook daar een maaltijd.

Wanneer neutraliteit een zonde wordt...

Verzet - citaat uit de toespraak van Geert Mak, gehouden op 4 mei 2004

Veel mensen hebben moeten wennen aan het idee van verzet. Het waren brave burgers die er pas gaandeweg van overtuigd raakten dat hier alle grenzen werden overschreden. 'Het algemeen verbreide besef dat je voor geweld niet wijkt maar je ertegen verzet is van nu, van achteraf, niet van toen,' schreef Primo Levi, de grote Italiaanse chroniqueur van de concentratiekampen. En, laten we eerlijk zijn, bij velen is dat besef nooit gekomen. Ze keken niet, of ze keken weg. En ze weigerden dat kwellende dialoog met zichzelf aan te gaan, omdat hun rust, hun loopbaan, en een ordelijk verloop der dingen voor hen zwaarder wogen.

Diezelfde Primo Levi heeft ooit zijn relatie beschreven met een Duitse collegachemicus, waarmee hij in Auschwitz nauw samenwerkte. Ze deden dezelfde proeven, overlegden als gelijken over de vragen van hun vak, en er was maar één verschil tussen beiden: Levi zat 's avonds binnen het prikkeldraad en zijn collega erbuiten. Deze Oberingenieur zei later dat hij van de gaskamers niets had geweten, hij had er nooit iemand naar gevraagd. 'Hij trakteerde zichzelf niet op leugens,' schreef Levi, 'maar op lacunes, blanco spaties.'

De voorbeelden kennen we allemaal, ook uit onze eigen geschiedenis. Ik noem er één. Al voor de oorlog, in februari 1934 werd een jeugdige Duitser, een zekere Herbert Frahm, in Laren opgepakt, toen hij daar met een internationaal gezelschap van vervolgde linkse jongeren bijeen-kwam om een antwoord te zoeken op de almaar toenemende nazi-terreur. Ze werden bij de grens van Zevenaar door de Nederlandse politie keurig aan de Gestapo overgedragen, de meesten verdwenen voorgoed. Blanco spaties. Alleen Herbert Frahm ontsprong de dans, Noorwegen stelde zich voor hem garant, en later zou hij, onder een nieuwgekozen naam, uitgroeien tot een van Europa's grootste staatslieden: Willy Brandt.

Barmhartigheid en de binding aan een groep

Onbarmhartigheid en het geweten van Eichmann; Hannah Arendt

Hannah Arendt schrijft in haar boek Eichmann in Jerusalem over de schokkende gewoonheid van de ambtelijke baas van de Jodentransporten. Die zag en wist alles, maar bleef onbewogen en effectief de mensen die buiten de orde waren verklaard transporteren naar de vernietingsplekken.

Behalve een ongewone ijver om alles te doen wat bevorderlijk kon zijn voor zijn carrière bezat hij [Eichmann] in het geheel geen motieven. En ook deze ijver was op zichzelf nog geenszins misdadig; hij zou beslist nooit een van zijn superieuren hebben vermoord om op diens stoel te komen. [...] Hij was niet dom. Het was in zekere zin pure gedachteloosheid – heel iets anders dan domheid – die hem ervoor predisponeerde een van de grootste misdadigers van zijn tijd te worden.”

Arendt vraagt zich af of Eichmann last had van zijn geweten of zich voor die stem van het geweten afsloot. Zij komt tot de conclusie dat Eichmann de stem van zijn geweten had vervangen door de stem van zijn opdrachtgevers. Hij verkeerde in een toestand waarbij "de stem van het geweten in hem precies zo sprak als de stem van het Duitse establishment". Dat was precies zoals dat Duitse establishment het wilde. Ze verwijst naar de beruchte toespraken die Himmler in oktober 1943 in Posen hield voor hooggeplaatste SS'ers en nazi's. Himmler hield de aanwezigen voor: “dat de jodenuitroeiing een geweldige, unieke taak was die zware eisen aan hen stelde; dat ze verre van gemene boeven, geboren sadisten of anderszins perverse figuren waren, maar normale mensen".

Dat heeft Eichmann geloofd – meent Arendt. En daarmee werd de zwaarte van de taak van de dader het object van erbarmen. Het springende punt is niet zozeer dat Schreibtischtäter als Eichmann “hun 'normale geweten' het zwijgen kunnen opleggen, als wel hoe men hen kon bevrijden van de 'animalische Mitleids-reacties' die vrijwel elk normaal mens bij de aanblik van fysiek lijden te zien geeft."

Dat medelijden in statu nascendi werd door Himmler "als het ware in omgekeerde richting gestuurd en in plaats van op anderen op de eigen persoon gericht; zodat een moordenaar, wanneer hij weer eens de gruwelijkheid van zijn daden besefte, niet meer [dacht]: wat doe ik eigenlijk?!, maar: Wat ik bij de vervulling van mijn verschrikkelijke plicht niet allemaal moet doorstaan". Medelijden wordt zelfmedelijden – (mede)lijden voor de goede zaak van de machthebbers.

De man die alles zag